Advies: zet Haags monument voor slavernij op Lange Voorhout

Volgens de commissie ligt de voorkeurslocatie aan de route van de Glazen Koets op Prinsjesdag ‘wat ook de landelijke zichtbaarheid vergroot en verder helpt met de bewustwording van onze gedeelde geschiedenis’. Om de hoek ligt Paleis Noordeinde, het werkpaleis van koning Willem-Alexander. Ook dat is volgens het advies ‘van grote symbolische en gevoelsmatige meerwaarde’.
Den Haag had vijf plekken voorgedragen voor een monument: twee andere locaties op het Lange Voorhout, twee op het Plein bij de Tweede Kamer en een in de tuin van Paleis Noordeinde. Maar die voldoen volgens de adviescommissie allemaal niet.
Andere herinneringen
De gemeente Den Haag had ook gevraagd of er één monument zou moeten komen, of meerdere. De commissie adviseert om één monument neer te zetten, ‘als krachtig antwoord op de aloude systematiek van ‘verdeel en heers’ die aan de basis ligt van koloniaal handelen’. Bovendien moet dat ene monument verbintenis maken ‘met alle groepen die op welke manier dan ook betrokkenheid voelen bij het Haagse slavernijverleden, de koloniale erfenis van de stad en de doorwerking ervan voor toekomstige generaties’.
De commissie raadt eveneens aan om op openbare plekken in Den Haag andere herinneringen aan het koloniale verleden te plaatsen. Dat kan met informatieborden en kleinere gedenkstenen, maar ook met wandelroutes, ‘om het nu nog vrijwel onzichtbare zichtbaar te maken’.
De Staten-Generaal
Wethouder Mariëlle Vavier (inclusie; GroenLinks) nam het advies maandagavond in ontvangst. Zij laat via haar woordvoerster weten dat het Haagse college het advies meeneemt en later een besluit neemt. Als er inderdaad een monument komt, is de volgende stap het kiezen van een kunstenaar en een ontwerp.
De burgemeester van Den Haag, Jan van Zanen, bood in november namens de stad excuses aan voor ‘de wijze waarop voorgangers van ons het systeem van kolonialisme en slavernij hebben ondersteund en ervan hebben geprofiteerd.’ Den Haag zat in de tijd van de slavenhandel en de verovering van de koloniën niet in het bestuur van de Vereenigde Oostindische Compagnie of de West-Indische Compagnie. Maar omdat de Staten-Generaal, de stadhouders en later het staatshoofd in Den Haag zetelden, kwamen veel besluiten over de koloniën uit Den Haag.