‘Hallo, Evie.’ Zijn stem was vriendelijk en ze bespeurde geen enkel leedvermaak over haar gedrag na het ongeluk – pluspuntje voor hem. Hij leunde tegen de tafel naast haar. ‘Hoe is het met de hoofdpijn?’
Haar hoofd deed nog zeer en de hechtingen trokken, maar dat zou ze niet toegeven. ‘Het doet niet meer zo zeer als voorheen,’ zei ze behoedzaam. Hij lachte en had haar ongetwijfeld door. ‘We brengen nog een flinke koelkast met ijs en frisdrank. Zie het maar als een bonus van dit werk. Het plaatselijke gemberbier is heerlijk, maar als je er genoeg van krijgt en iets anders wilt drinken, zullen we daar niet al te moeilijk over doen.’ Ze ontspande wat en waardeerde de ‘je bent een van de jongens’-toon die hij aansloeg meer dan ze wilde toegev..