‘Zou je meegaan naar Jeruzalem om Davied te halen?’ vraagt ze uitdagend. Met korte gebaren klauwt hij door zijn baard – altijd wist ze hem te ergeren.
‘Naar Jeruzalem?’ echoot hij. ‘Mens, daar kom je niet in. Het zuiden is een brandhaard. Iedereen die tegen de Romeinen wil vechten komt naar de heilige stad en Vespasianus is nu bezig om de omgeving van Jeruzalem te onderwerpen. De hoofdstad van Perea is al gevallen. Alleen de strijders die nu in Jeruzalem zijn hebben nog een goede kans om de Romeinen te verslaan.’
Terwijl hij praat gaat ze weer door met melken. Nu is ze geen Chana meer, maar mens, nog erger dan vrouw.