Boswijk baalt van valse start, maar CDA steunt stikstofdoelen
Het stikstofdebat kent een ‘valse start’, maar het CDA blijft het doel steunen om de uitstoot van stikstof te halveren. Dat heeft CDA-Kamerlid Derk Boswijk nog eens bevestigd in het debat over de stikstofplannen van het kabinet. Wel is hij kritisch op ‘het kaartje’, dat vooral veel twijfels opriep, en merkt hij op dat ‘zelfs welwillende provincies nu al dreigen af te haken’.
De stikstofkaart, waar per gebied staat aangegeven met hoeveel procent de stikstof daar omlaag zou moeten, heeft ‘niet geleid tot duidelijkheid, maar boosheid en grote onzekerheid’, aldus Boswijk. Provincies krijgen nog een jaar de tijd om de gebiedsaanpak zelf in te vullen, maar de verminderingsdoelen per provincies staan. Verschillende provincies spreken hun kritiek uit op de plannen, die zij veelal onhaalbaar en onrealistisch noemen. Het CDA wil dat provincies inderdaad genoeg vrijheid krijgen.
Verder wil Boswijk dat er soepel wordt omgegaan met de stikstofgrenzen in de natuur, de zogenoemde ‘kritische depositiewaarden’. Met een ‘degelijke onderbouwing’ moet er in een aantal gebieden van deze waarden worden afgeweken, aldus de CDA’er. Het kabinet moet veel meer regelen voor boeren die wél doorgaan met hun boerenbedrijf, voegt Boswijk toe. Hij mist concrete plannen om agrariërs perspectief te geven.
Perspectief moet er ook komen voor de zogenoemde PAS-melders. Deze bedrijven, veelal boeren, hoefden projecten waarmee weinig stikstof gepaard ging alleen te ‘melden’ onder het oude beleid. Een vergunning hadden ze volgens de overheid niet nodig. Maar met dat oude beleid maakte de Raad van State in 2019 korte metten, waardoor de melders nu zonder vergunning zitten, terwijl ze die wel nodig hebben. Het kabinet heeft beloofd ze te legaliseren, maar volgens Boswijk moet daar snel meer duidelijkheid over komen.
Ook vraagt de christendemocraat zich af waarom de stikstofdoelen voor andere sectoren ontbreken. Liever had hij een ‘integraal plan’ gezien.