9. Ze legt haar hand op de schouder van haar dochter, geeft haar een zacht kneepje en dwingt zichzelf te zeggen: ‘Ik weet zeker dat ze ervan zal genieten.’
Even voor de zon achter de bergen zal zakken, loopt ze met Tamar naar het meer om hun waterzakken te vullen. Als ze bij de Grote Hoofdweg is, voelt ze een aangename, frisse wind die over de zee waait.
‘Misschien horen we zo wel of de Romeinen de dief hebben gevonden,’ zegt Tamar.
‘Als we terugkomen ga ik de laatste dingen voor de maaltijd doen. Jij mag je mooiste sjaloek aantrekken en dan zal ik je haar nog vlechten, ja?’ snijdt Chana een ander onderwerp aan. Al lopende houdt ze de omgeving scherp in de gaten – je weet nooit wat soldaten doen en al helemaal niet als ze gefrustreerd zijn.
Plots komt er een vrouw op hen afgerend. ‘Snel, water,’ gilt ze. ‘Het huis van Eleazar staat in brand!’
Met Tamar achter zich aan ho..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .