De Palestijnse kwestie bevindt zich opnieuw op een historisch kruispunt. Een echte doorbraak is nú mogelijk

Terwijl de wereld in de ban is van de coronacrisis worden de verhoudingen in het Midden-Oosten drastisch opgeschud. Arabische landen, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) voorop, normaliseren in rap tempo hun relatie met Israël. Een stap met grote betekenis voor de Israëlisch-Palestijnse kwestie.
Zo verrassend de stap van de Golfstaat was, zo voorspelbaar zijn de reacties. Blijdschap bij de een, felle kritiek bij de ander. Het zogenoemde ‘vredeskamp’ heeft geen enkel vertrouwen in de hoofdrolspelers, de presidenten Trump noch Netanyahu. De oliestaat is evenmin een lieveling van de progressieve kampen in de wereld, vaak met goede redenen. En toch is het Abrahamakkoord niet alleen een grote verrassing, maar ook een welkome interventie die de dreiging van eenzijdige annexatie door Israël van bezet gebied tot een halt bracht. Tot opluchting van velen in Israël en erbuiten.
De Palestijnse leiders reageerden woest. De Verenigde Arabische Emiraten zouden de Arabische politieke strategie schenden. Die luidt: geen ‘normalisatie’ in de relatie van de Arabische landen met Israël voordat er een regeling met de Palestijnen is getroffen.
'De Palestijnse kwestie heeft steeds minder prioriteit bij Arabische leiders'
Arabische landen reageerden daarentegen opvallend mild. Die nieuwe houding heeft alles te maken met de veranderende verhoudingen en belangen in de regio. Soennitisch-Arabische landen staan voor existentiële uitdagingen in binnen- en buitenland.
De stabiliteit van de Arabische regimes wordt door Iran voortdurend bedreigd, zoals goed te zien valt in Syrië, Libanon, Irak en Jemen. Deze dreiging wordt verder gevoed door de nucleaire ambities van Iran en zijn groeiende wapenarsenaal.
De Arabische landen hebben ook grote economische zorgen. De groei van hun economie blijft achter bij die van hun bevolkingen. Zo is de bevolking van Egypte sinds 2000 met dertig miljoen gestegen tot honderd miljoen, waarvan de helft onder de vijfentwintig jaar. Ook de bevolking van landen als Saoedi-Arabië groeit razendsnel terwijl de olie-inkomsten dalen.
Bij alle economische zorgen zijn er politieke uitdagingen. De Moslimbroedersbeweging is een nachtmerrie voor bijna elke Arabische leider. Deze beweging, geboren in Egypte in de jaren ‘20 van de twintigste eeuw, wordt momenteel vooral gesteund door Erdogans Turkije, die zelf ambities heeft de Ottomaanse invloed in de regio te doen herleven. Ook de terreurbeweging Hamas is geboren uit de Moslimbroedersbeweging in Egypte, wat de Turkse steun verklaart. Dat land reageerde ook heel kritisch op het akkoord.
In dit veranderende krachtenveld heeft de ‘Palestijnse kwestie’ steeds minder prioriteit voor de Arabische leiders. Sterker nog, ze beginnen zich te ergeren aan de beperkingen die het oplegt aan hun eigen belangen. De Palestijnen staan nu op een kruispunt: willen zij blijven vechten voor ‘historische gerechtigheid’ (wat dat ook mag zijn) of juist de ontstane gelegenheid aangrijpen een eigen staat een stap dichterbij te brengen.
Zeker, het plan-Trump is niet ideaal. Maar de huidige situatie is dat nog minder. Suha Arafat, weduwe van de in 2004 overleden Palestijnse leider, verwoordde het helder: 'Gebruik Bin Zayed, leider van de Emiraten, om Israël onder druk te zetten: voor de vrijlating van Palestijnse gevangenen en om over het plan-Trump te onderhandelen.' Via Instagram heeft ze excuses aangeboden omdat in de Westbank VAE-vlaggen werden verbrand als reactie op de overeenkomst met Israël. 'VAE is geen verrader', benadrukte zij in een interview – nota bene op de Israëlische tv.
Zeker waar is ook dat de Israëlische premier Netanyahu zegt geen Palestijnse staat te willen. Maar hij is een realist en loopt al lang mee in de politiek. De steun van de Israëlische bevolking voor het akkoord is overweldigend, en dat bevrijdt hem van zijn (politieke) afhankelijkheid van een kleine, militante minderheid. Juist nu is er momentum voor een doorbraak in het al zo lang bevroren vredesproces tussen Israël en de Palestijnen.
Israël is nu meer dan eerder gevoelig voor de noodzaak om gebaren richting Palestijnen te maken en concessies te doen. De Palestijnen zouden deze kans moeten grijpen. Hun alles-of-niets-benadering heeft al te vaak tot niets geleid. Wie vriend is van de Palestijnen zou hun leiders moeten helpen om dit in te zien en ze verleiden tot de onderhandelingstafel. <