Nieuwsanalyse: Een optelsom van geweld betekent nog niet een patroon

Binnen het postcodegebiedje 8801 gebeuren extreem veel geweldsmisdrijven. Sinds het begin van deze eeuw zijn er al vijf mensen vermoord of gedood. Ik weet dit toevallig, omdat ik er woonde. Maar het is ook te zien op de digitale geweldskaart van Friesland die de Leeuwarder Courant bijhoudt. Van de 57 slachtoffers die sinds 1 januari 2000 door moord of doodslag omkwamen in de provincie, vielen er vijf in het stadje Franeker. Twee van die misdrijven gebeurden zelfs een paar deuren verderop langs onze gracht. Trouwens: ook in de jaren negentig hebben daar al verschrikkelijke dingen plaatsgevonden. Een 17-jarige jongen sloeg op 11 juni 1994 in een café de 14-jarige vriend van zijn zusje dood, bijvoorbeeld.
Zo veel bloedvergieten in 8801, en toch: het had allemaal niks met elkaar te maken en ik ken geen Franeker die zich onveilig voelt bij deze keiharde en huiveringwekkende data.
Het leggen van verbanden tussen geweldsincidenten is even verleidelijk als riskant, en het kan grote maatschappelijke onrust veroorzaken. Zoals dat in september 1997 gebeurde, nota bene door een politiechef en een burgemeester. Na een nachtelijke vechtpartij in het uitgaansgebied van Leeuwarden was een dertigjarige man aan hersenletsel overleden. Dat werd pas groot en landelijk nieuws door een open brief van politiechef Cees Bangma in de Leeuwarder Courant, waarin hij zijn zorg uitte over ‘oprukkend zinloos geweld’. Zijn oproep tot een minuut stilte kreeg landelijk gehoor. Een toespraak van de Leeuwarder burgemeester Hayo Apotheker werd live op televisie uitgezonden. In de dagen daarna werden alle politieberichten over vechtpartijen in het hele land door de kranten aan elkaar gekoppeld en in het kader van ‘oprukkend zinloos geweld’ geplaatst. Ook het sterven van een Groninger student tijdens zijn ontgroening (met een liter jenever) kwam in die week langs de spiraal van ‘zinloos geweld’ in de kranten.
Pas tijdens de rechtszaak in 1999 werd duidelijk dat de dodelijke vechtpartij in Leeuwarden veel complexer was geweest dan de politiechef, de burgemeester en media het hadden voorgesteld. De naam van het slachtoffer, Meindert Tjoelker, roept nog altijd herkenning op. Zinloos en gewelddadig was zijn dood, zonder twijfel - maar waarom kennen alleen een paar Franekers nog de naam van Willeke Brouwer, een jonge moeder die op 20 juli 2002 zonder aanleiding werd doodgestoken voor café Alouette aan de Schilcampen? Niets is zo wreed-willekeurig als maatschappelijke opwinding.
De hype na de dood van Tjoelker is in 2004 gereconstrueerd in een academisch proefschrift door mediasocioloog Peter Vasterman. Mogelijk zijn journalisten, politiechefs en burgemeesters sindsdien wat behoedzamer geworden - maar dat wordt ze niet in dank afgenomen. Nadat twee weken geleden Bas van Wijk was doodgeschoten in een recreatiegebied aan de Nieuwe Meer, wilde de politie de vermeende toedracht (‘hij greep in bij de diefstal van een horloge’) niet meteen bevestigen. Terecht, want door de maatschappelijke verontwaardiging te voeden met onbevestigde verhalen, kunnen autoriteiten de rechtspleging beïnvloeden. Terwijl zelfs het signalement van de dader niet direct was vast te stellen. Dat leek misschien ongeloofwaardig, omdat Van Wijk op een drukke plek werd neergeschoten - maar juist een veelheid van ooggetuigen levert tegenstrijdige signalementen op: ‘blanke huid’, ‘lichte huid’ of ‘licht getinte huid’?, volgens de politie waren de getuigenissen niet eenduidig.
Sinds de dood van Bas van Wijk is hetzelfde gaande als wat in september 1997 gebeurde na de dood van Meindert Tjoelker: alle geweldsincidenten worden opgeteld en in een ordening geplaatst. Elsevier signaleerde bijvoorbeeld een patroon van strand- en badplaatsgeweld: ‘Op een strand in Amsterdam werd zaterdag Bas van Wijk (24) doodgeschoten en maandagavond is op de pier in Scheveningen een man (19) doodgestoken. Ook Belgische kustplaatsen kampen met nogal wat agressie en geweld.’ Niets wijst erop dat die zaken verband hielden met de nabijheid van water. Dat er die zondag op één dag vier mensen in zee verdronken, was veel alarmerender, en het verband met water was daar wél onomstotelijk. Om onbekende redenen echter, wil het gevaar van de verdrinkingsdood maar geen serieuze mediahype worden.
Demonstranten op het Museumplein tijdens de demonstratie Gerechtigheid voor Bas voor de omgekomen Bas van Wijk. anp / Robin Utrecht
Burgemeesters, politiechefs en (‘mainstream’) journalisten worden intussen op sociale media aangeklaagd als ze onrust en geweldsincidenten niet voetstoots in een verondersteld patroon plaatsen. De aandrang was bijvoorbeeld groot om in de afgelopen week alle mogelijke opstootjes in ‘probleemwijken’ als één massief fenomeen te duiden. De Schilderswijk in Den Haag, Kanaleneiland in Utrecht, Kruiskamp in Amersfoort: allemaal één pot nat, allemaal ‘lichtgetintiërs’, zoals een bepaalde bevolkingsgroep (Marokkaanse Nederlanders) quasi-geestig wordt aangeduid. Politiechefs die in dat beeld ook maar enige nuancering aanbrengen, laden de verdenking op zich dat zij ‘wegkijkers’ zijn. Relativering en onderscheid van de ernst van diverse situaties (volgens de bewoners van Kruiskamp was daar nauwelijks iets aan de hand) was ook niet echt welkom.
De zomer van 2020 heet inmiddels ‘onrustig’ en ‘vol geweld’; media worden geacht dit dagelijks te bevestigen. Welnu: in een park nabij onze huidige woning (Apeldoorn, twaalf keer Franeker) is vorige week een man neergestoken. De beelden gaan rond op sociale media, in draadjes over de geweldspiraal van zomer 2020. De commentaren variëren van ‘Gelukkig: zwarte apen die elkaar afslachten’ tot ‘Dankjewel Mark! Stuurloos is dit land door jou!’ Het is inderdaad een uiterst naargeestige zomer, op Twitter méér dan in het park.