Vergeet onze tieners niet in tijden van afstand: ‘De puberale ontdekkingstocht is stilgezet’

Afgelopen week is mijn 14-jarige dochter voor het eerst weer een dagje naar school geweest. Dat verliep volgens strikte regels: elke klas had een eigen ingang van het schoolterrein toegewezen gekregen, de kleur van de lijnen op de vloer bepalen waar je mag lopen en waar niet, ze mocht niet kiezen naast wie ze wilde zitten in de klas, wie het eerst binnenkwam moest achteraan zitten om zo elkaar niet te passeren. Ze kwam teleurgesteld thuis – deze manier van schoolgaan beantwoordt in niets aan waar ze als puber zo op had gehoopt: met vriendinnen samenspannen tegen de leraar, in de pauze lekkers halen bij de supermarkt op de hoek. School motiveert haar door de sociale uitdaging, maar die is nu al maanden weg.
de puberale ontdekkingstocht is stilgezet
Nu gaat het hier niet alleen om een verwachtingspatroon van onze tieners, realiseerde ik me. Het gaat vooral over wat een puberend brein nodig heeft om zich gezond te ontwikkelen. De afgelopen maanden lag het boek ‘het nieuwe puberbrein’ van Eveline Crone op mijn nachtkastje. Puberhersenen zijn enorm in beweging, leerde ik daaruit. Juist daardoor durven jongeren tussen de 10 en 22 jaar meer risico’s aan. Ze kijken op nieuwe manieren naar ontwikkelingen en ontdekken zelf hoe ze in de wereld staan. Pubers leren snel, ontwikkelen snel sociale vaardigheden en laten zich daarbij leiden door groepsdruk.
En het is precies die puberale ontdekkingstocht die met een knal tot stilstand is gekomen half maart. Mijn tiener had de week daarvoor nét met een groepje vriendinnen een spelletjesmiddag voor ouderen georganiseerd. Toen ze na afloop nog even de stad in gingen werden ze de H&M uit gestuurd omdat ze teveel items wilden passen en zich ‘verdacht gedroegen’. Dat zijn de middagen die onze pubers nodig hebben. Maar in één keer zijn ze jaren terug in de tijd gezet: naar een wereld die bestaat uit een bureau, een laptop, ons eigen huis en gezin. En nu dus die ene lijn van het schoolplein naar het lokaal.
wel naar opa, niet naar m’n vriendinnen?
De periode van lockdown is voor ons allemaal soms frustrerend geweest. Maar voor pubers is het écht extra zwaar. Hun brein is meer gericht op de korte dan op de lange termijn, en er is een grote behoefte aan (positieve) feedback van peers. Het schetsen van doemscenario’s om gedrag af te dwingen werkt bij pubers bovendien averechts. Toch wilde mijn dochter niet mee toen we na de intelligente lockdown weer eens op familiebezoek gingen bij mijn vader in de tuin – op 1,5 meter afstand. ‘Dat vind ik dus niet kunnen,’ zei ze. ‘als ik mijn vriendinnen niet mag zien, waarom een opa dan wel een kleinkind?’ Radicaal – dat zijn pubers ook.
Misschien dat premier Rutte het sentiment onder de Nederlandse puberbevolking aanvoelde, toen hij jongeren opriep om mee te denken over de versoepeling van de coronamaatregelen. ‘Jullie ideeën en creativiteit zijn hard nodig’, zei hij. Daarmee deed hij veel goeds: jongeren zijn massaal enthousiast aan het werk gegaan. Maar die oproep is alweer twee weken geleden. Voor een puber is dat een lange tijd: waarom is er nog steeds niets met alle suggesties gedaan? En in de tussentijd stond de Dam alweer vol met 5000 mensen. Dat voelt net zo inconsequent als ons bezoek aan opa. Dus let op, geacht kabinet: je hebt onze pubers gemotiveerd, maar als je niet radicaal bent en doorpakt verlies je hun vertrouwen voorgoed.