Nederland hoeft bedrijven die anderen laten stikken niet te helpen

Vandaag precies zeven jaar geleden kopten wereldwijd kranten over dé ‘wake up call.’ Het was de dag waarop meer dan 1100 textielarbeiders in Bangladesh hun leven verloren. Bedolven onder het puin van hun textielfabriek en omringd door tienduizenden labels van bekende kledingmerken. Veel van hen hadden de dag voor de ramp hun leidinggevenden gewezen op scheuren in de muren van het acht verdiepingen tellende pand.
Kledingmerken en overheden buitelden over elkaar heen: dit nooit meer. Er volgde een inzamelingsactie waaruit slachtoffers jaren na dato compensatie ontvingen. Er werden programma’s opgetuigd die Bangladesh zouden helpen hun arbeidsinspectie op poten te krijgen. En er kwamen veelbelovende afspraken tussen westerse importerende kledingmerken en de producerende fabrieken. Ze zouden langdurige contracten afsluiten en elkaar helpen, ook als het veiliger maken van fabrieken tot extra kosten zou leiden.
Inmiddels maakt Covid-19 pijnlijk duidelijk wie er wederom aan het kortste eind trekken. Afgelopen week bleek dat C&A en Bestseller niet meer bereid zijn hun bestellingen af te nemen of zelfs te betalen. Veel door hen bestelde kledingstukken liggen al klaar, maar zullen de overtocht naar Europa of de VS waarschijnlijk niet meer maken. En deze merken zijn niet de enige. Meer dan de helft van de Bengaalse textielleveranciers geeft aan dat het grootste deel van hun productie inmiddels is geannuleerd. Meer dan 1 miljoen textielarbeiders zijn sinds de virusuitbraak hun baan verloren of op onbetaald verlof gestuurd.
Ze hoeven niet aan te kloppen voor staatssteun.
Hoeveel rampen zijn er nodig voordat we eerlijke handel écht vorm gaan geven? Het laf terugtrekken van bedrijven alsook het aankloppen voor staatssteun van een gigant als Booking.com laten zien dat we het met een moreel beroep alleen niet gaan redden. Het kabinet moet strengere voorwaarden stellen aan steunpakketten. Zoals het betalen voor kleding die al in productie is of zelfs al klaarligt. Bedrijven die het gros van de winst opstrijken in productieketens zouden daarnaast op z’n minst in gesprek moeten met toeleveranciers in minder riante posities over oplossingen. Voor die bedrijven en voor hun werknemers.
Bedrijven die beknibbelen op de meest kwetsbaren hoeven dan ook niet aan te kloppen voor staatssteun. Alleen zo komen we deze crisis door en kunnen we geloofwaardig stappen zetten richting een eerlijker wereld. Ook, of misschien zelfs juist, na Covid-19. <