Verbod op actievoeren tijdens Olympische Spelen is discutabel
Even om een beeld te schetsen: het IOC wil voorkomen dat de Spelen het toneel worden van protesten. Daarom zijn statements van sporters als handgebaren, speciale kleding of accessoires die (politieke) boodschappen uitdragen, niet toegestaan.
In het verleden zijn dit soort uitingen gebruikt door atleten om zich uit te spreken over verschillende kwesties. Het bekendst zijn wellicht de gebalde, in de lucht gestoken vuisten van de sprinters Tommie Smith en John Carlos tijdens hun medailleceremonie op de Spelen in 1968. Met hun zwarte handschoen en zwarte sokken wilden ze aandacht vragen voor de armoede onder zwarte Amerikanen.
Een recenter voorbeeld zijn de regenbooghandschoenen van snowboardster Cheryl Maas (foto) tijdens de Winterspelen in Sotsji in 2014, om zich solidair te tonen met LHBTI’ers die in Rusland met discriminatie te maken kregen.
In het Olympisch handvest staat dat de Olympische Beweging (die onder andere bestaat uit alle nationale en internationale sportverenigingen, alle atleten, coaches en andere betrokkenen, onder leiding van het IOC) om de eenheid te bewaren zelfstandig en politiek neutraal moet zijn. Van daaruit is het verbod te begrijpen. Maar het document begint met de ‘fundamentele Olympische principes’.
De eerste spreekt van olympisme als levensfilosofie, gebaseerd op sociale verantwoordelijkheid en respect voor universele fundamentele ethische principes. Nummer twee stelt dat sport in dienst moet worden gesteld van de harmonieuze ontwikkeling van de mensheid en dat het een vreedzame maatschappij promoot, die zich inzet voor het behoud van menselijke waardigheid.
Een hoofdstukje verder volgt een opsomming van de verantwoordelijkheden van het IOC, waaronder actie ondernemen tegen elke vorm van discriminatie die de Olympische Beweging treft; het bevorderen van de deelname van vrouwen aan sport en het streven naar seksegelijkheid in sport; het beschermen van schone atleten en de integriteit van sport; zich verzetten tegen politiek of commercieel misbruik van atleten; en het bevorderen van aandacht voor milieukwesties en duurzame ontwikkeling in de sport.
In dat licht is het vreemd dat atleten geen (passieve) statements mogen maken die de Olympische waarden onderschrijven tijdens het evenement dat juist die waarden wil uitdragen en bevorderen.