Zomerserie: O, dat daar mijn moeder voer
Redacteuren van het Nederlands Dagblad fietsen deze zomer in estafette door Nederland en proberen aan een Kerkweg, Kerkplein of Kerkallee bij iemand binnen te komen. Vandaag: redacteur Sjirk Kuijper
Arnhem! Zonder het te weten heeft Roeland de fiets voor mij klaargezet op een kruispunt van memory lanes. Arnhem, waar ik eind jaren tachtig debuteerde als té jeugdige godsdienstleraar, aan wat nu een dependance van de Guido de Brès is. De verlamming die ik in de benen voelde wanneer ik de Grensweg naderde; het vizier van mn helm dat besloeg van het zweet nee, niet derwaarts.
Arnhem! Al veel eerder, jaren zeventig, gingen we er minstens eens per jaar naartoe voor wat mijn moeder ernstig haar bedevaart noemde. Wandelen door Park Sonsbeek (achter de waterval langs!), shoppen in de Bijenkorf en dan wat verteren bij Musis Sacrum, met uitzicht op die geheimzinnige trolleybussen en de drukke stromen autos over het Velperplein (dat hield de jongens rustig).
hoofddoel
Het eerste rondje door de stad wijst dus zichzelf; alleen de Bijenkorf sla ik over, om daarna via het Onderlangs koers te zetten naar wat het hoofddoel was van onze gezinspelgrimages: Oosterbeek. Want daar, in de Annastraat, had mijn moeder (1925-2010) als meisje jaarlijks haar zomervakantie gevierd, bij de Gazenbeken.
Oma (1887-1978) was als Helena Gazenbeek geboren en zij had ondanks haar vroomheid (en ondanks haar huwelijk met mijn bevindelijk afgescheiden opa Sjirk Kok) altijd die wereldwijze, intelligent geestige en ook wel ondeugende inslag van de Gazenbeken behouden. Als we met mama door de Annastraat liepen, werd ze zich dat spoor in haar genen weer bewust. Ze begon vanzelf weer een beetje deftig te praten, met een Gelderse gjé, en sterke verhalen te vertellen.
rechte lijn
Als mijn moeder in de vooroorlogse jaren uit Hilversum voor familiebezoek naar Oosterbeek ging, pakte ze de King-atlas, trok ze een rechte lijn, noteerde de plaatsnamen langs die lijn, en stapte op de fiets. Zonder versnellingen natuurlijk, dus als tribuut aan haar gedachtenis zet ik de redactiefiets in een gemiddeld verzet, om de rest van de dag niet meer te schakelen. De Annastraat is snel gevonden; het huis met serre en veranda (die mocht niet ontbreken na de Indiëtijd van de familie) wordt verbouwd. Ik probeer alles in de buurt wat ná 1935 is gebouwd, weg te denken. Het is hier nú al zo mooi; hoe heerlijk moeten de zomers geweest zijn toen mama hier met haar nichtjes rechtstreeks op blote voeten naar de Nederrijn kon afdalen om te baden.
Om aan de titelverplichting van deze serie te voldoen, fiets ik langs de Geelkerkenkamp. Aan een oudere heer op een bankje vraag ik waarom dit lommerrijke, vredige stukje Batos Wijk uitgerekend naar Geelkerken is genoemd. Wie was dat dan?, vraagt hij. Wilt u de korte of de lange versie? Hou het maar kort, zegt hij; ik heb niet veel tijd. Dus ik meld slechts dat Johannes Geelkerken predikant was, en leefde van 1879 tot 1960. Dat heldert weinig op, constateren we samen.
Lelietjes van Dalen
De laatste statie langs onze oude pelgrimsroute is de Hemelseberg. Volgens mama gingen ze hier altijd Lelietjes van Dalen plukken op Hemelvaartsdag. Want die bloeiden dan. Elk jaar wierpen wij haar tegen dat Hemelvaartsdag fluctueert van 30 april tot 3 juni, en dat het dus ongeloofwaardig was dat de leliën altijd juist op die dag in beste bloei stonden. Dan verklaarde mama dat de datum van Hemelvaartsdag afhangt van de maanstand, en de bloei van de lelietjes ook. Zulke verhalen hoorden bij Oosterbeek.
Vanochtend is de Hemelseberg op zn mooist: de heftige regenval van gisteren legt een wildfris groen waas over alles, alleen de plekken waar de vroege ochtendzon al op is gevallen, zijn inmiddels droog. Ik fiets langs de Westerbouwing, waar vroeger een kabelbaantje naar boven ging, en langs Kasteel Doorwerth, waar een oude tank stond die je kon beklimmen.
Martinus Nijhoff
Nu ik alle must sees heb gehad, werpt zich de vraag op welke kant deze dag op gaat. Na zo veel gedachten aan ma, biedt een korte herinnering aan pa (1925-2003) het antwoord: om den drommel, naar Bommel, om de brug te zien! Mijn vader hield veel van poëzie, en Martinus Nijhoff behoorde tot zn favorieten. Op zijn begrafenis heb ik eruit voorgelezen niet vanwege die eerste zin, maar juist vanwege het slot:
en wat zij zong
hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o dat daar mijn moeder voer. Prijs God zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
De app van de Fietsersbond stippelt een mooie route uit: door Overbetuwe richting Dodewaard, waar een heerlijk pontje me over de Waal in Druten aan wal zet. Over de dijk (waar je tegenwoordig met de motor niet meer mag komen) gaat het via Dreumel naar Rossum, en vandaar naar Zaltbommel. Omdat ik me had voorgenomen ten minste één provincie verder te komen, rond ik de tocht af met een grensoverschrijding naar Den Bosch.
Geelkerkenkamp Oosterbeek
Traject: Arnhem Oosterbeek Zaltbommel s Hertogenbosch
Aantal kilometers: 82 km
De sfeer ter plekke: Weemoedig.
Verrast door: De enorme huizen die nog tot 2010 in het rivierenland nieuw zijn gebouwd. Compensatiegeld voor Betuwelijn en dijkverzwaring? Of loden hypotheeklast?