Doop vraagt goede toetsing
De voorganger van de Kores-kerk, Masoud Mohammad Amin, beweert genoeg argumenten te hebben om asielzoekers snel te dopen (ND 4 juli). Maar daar is wel wat tegenin te brengen.
Om te beginnen bij het Bijbelse argument: dopen in het begin van de kerkgeschiedenis vond plaats in een tegenovergestelde context. Toen kon je rekenen op vervolging als je christen werd. In Nederland word je bejubeld en geholpen als je je laat dopen.
De kamerling waarover het Bijbelboek Handelingen vertelt, ging na zijn doop terug naar zijn land. Iraanse asielzoekers willen soms gedoopt worden om meer kans te maken op een verblijfsvergunning. Als een Iraniër hier gedoopt wil worden en meteen daarna terug naar Iran gaat, dan heb ik ook niet zo veel tijd nodig om de motieven te toetsen.
verblijfsvergunning
Vervolgens stelt Amin dat hij naar God de verantwoordelijkheid heeft om te dopen. En hij noemt dat helpen, net als bij een dokter. Allereerst breng ik daartegenin: de doop is geen hulpmiddel van de kerk, maar een teken van dood en opstanding met Christus. Dat is inderdaad geen diploma, zoals Amin zegt, maar een teken van ommekeer in denken en handelen waarvan je verplicht bent om dat goed te checken voordat je het toepast.
Het doel van de kerk is namelijk heengaande en dopende, en onderwijzende om zo mensenuiteindelijk discipelen te maken. En discipelschap vereist wel vaker geduld, toetsing, geloof en verdere groei, juist ookvoorde doop als die om andere motieven gebruikt kan worden, zoals het krijgen van een verblijfsvergunning. Met dat wachten wordt geloof niet tenietgedaan, maar wordt echt geloof juist versterkt.
bekendheid
De toetsing van een bekering voor de doop is niet alleen het werk van de IND. Dezelfde kerk die aan de IND brieven schrijft dat ze haar volgelingen kent, moet ook kunnen verantwoorden hoe ze haar mensen gedegen heeft voorbereid op de doop. En als mensen asiel aanvragen op basis van hun bekering, menen ze dus dat dit ook getoetst kan worden, anders zou je geen asielverzoek indienen.
Het klopt dat Amin een Iraniër is die de taal beheerst. Dat speelt een rol bij de inschatting die hij maakt als mensen zich bij hem melden. Maar er zijn andere Iraanse kerken en Iraanse christenen, die minder aan de weg timmeren wat betreft bekendheid en minder gehoord worden, maar die allemaal wel benadrukken dat je tijd moet nemen voordat je kan weten of iemand klaar is voor de doop. Ook zij weten dat ze bedrogen kunnen worden.