Noodfonds is risicovol en blokkeert toekomst Europa
De druk op Europese leiders om iets te doen aan de eurocrisis is groot. Een discutabele monetaire logica dwingt tot vergaande politieke stappen. Vandaag spreekt de Eerste Kamer over het Europees Noodfonds. Maar de toekomst van Europa vraagt een andere koers.
In de afgelopen jaren bleken de maatregelen om de eurocrisis te bezweren telkens ontoereikend. Bij iedere nieuwe tegenvaller was er een vast recept: de roep om meer geld beschikbaar te stellen. Voor Griekenland is binnenkort een derde reddingsoperatie nodig. Spanje is nu ook besmet. Het Europese noodfonds (ESM) zou eigenlijk 2000 miljard in kas moeten hebben, zeggen deskundigen. Straks heeft het 700 miljard in kas.
Het probleem is niet de onwil om de euro te redden die wil is juist heel groot , maar een diep verschil van politiek en economisch inzicht. Noordelijke landen (Duitsland en Nederland voorop) willen een strikt budgettair beleid voeren, andere landen willen geld bijdrukken. De gedachte dat Europa zich uit de crisis kan hervormen of bezuinigen rust op veel optimisme. Houdt de crisis aan, dan kunnen de astronomische leningen niet worden afgelost.
neerwaartse spiraal
De landen van de eurozone trekken elkaar mee in een neerwaartse spiraal. Kan de Spaanse overheid de renteverplichtingen niet meer nakomen, dan zal ook het noodfonds niet voldoen. De volgende Europese stappen zijn nu al in voorbereiding: een bankenunie (om de banken in het zuiden te herkapitaliseren en een bankrun te voorkomen) en een Europees pensioensysteem (om gespaard kapitaal beschikbaar te krijgen). In feite komen alle nieuwe voorstellen voor een verenigd Europa nu neer op het afdekken van de risicos van het zuiden.
Het zijn geen politiek gemotiveerde, maar monetair gemotiveerde keuzes. Monetaire logica neemt de politiek in een wurggreep. Intussen blijven de financiële risicos huizenhoog. Het kapitaal waarover het noodfonds moet beschikken wordt gestort door alle landen van de eurozone. Nederland zou de komende jaren 5 miljard storten en staat garant voor 35 miljard. Is er een Europees spoedgeval dan moet Nederland tientallen miljarden overmaken, zonder inspraak van de Staten-Generaal. Een betrekkelijk gezond euroland wordt dan meegezogen in ontwikkelingen die nu niet te overzien zijn.
inspanning
Het noodfonds is een poging een ongezond financieel-economisch systeem overeind te houden. Dat systeem is gebouwd op steeds maar weer nieuwe leningen. Steeds grotere offers worden gevergd om uitval van het hele systeem te voorkomen. Dat gebeurt met kapitaal dat er niet is of gecreëerd wordt. Maar de mensen, hun arbeid en hun dagelijks brood zijn dan allang buiten beeld. In Griekenland en Spanje zien we de sociale misère die van dit miljardenspel het gevolg is.
Voor een duurzaam alternatief is een koerswending nodig. Geld moet een betaalbaar en bruikbaar hulpmiddel zijn voor mensen om te kunnen werken aan eigen welvaart. Voor de zuidelijke landen zou het beter zijn een gedevalueerde munt te hebben. Dat maakt arbeid en producten in die landen goedkoper, bevordert de export en zo kunnen mensen door eigen inspanning economische groei realiseren.
toekomst
Er moet concreet gewerkt worden aan economische opgaven: een werkelijk duurzame economie in Noord en Zuid. Landen moeten zich kunnen hergroeperen om de eigen economie vlot te trekken. Daarvoor zijn ook (tijdelijke) exit-opties nodig. Natuurlijk kost splitsing in economische zones het Noorden ook geld. Export naar het Zuiden wordt duur, maar de markt kent normale mechanismen om dit op te lossen. Geen enkele oplossing is goedkoop.
Maar een noodfonds ontkoppeld van duurzame Europese en economische ontwikkelingen, blokkeert de toekomst van Europa. Er is al gepleit voor een kopgroep van landen die het initiatief neemt en de toekomst van Europa werkelijk veiligstelt, zoals ooit de oprichters van de EU dat deden. In dat kader moet ook besproken worden welke politiek werkelijk bijdraagt aan de solidariteit tussen Noord en Zuid. Er is moed voor nodig de vicieuze cirkel te doorbreken.