Bewijs is nergens op gebaseerd
De Tweede Kamer houdt op 16 juni een hoorzitting met vertegenwoordigers van diverse organisaties over het voorgestelde verbod op onverdoofd ritueel slachten. De voorstanders van zo’n verbod beroepen zich onder meer op enkele ‘onafhankelijke’ onderzoeken. Maar daarmee is van alles mis.
De Nederlandse wet eist dat dieren worden ‘bedwelmd’ voordat zij worden geslacht. Er geldt thans nog een uitzonderingspositie voor religieuze joodse slacht (kosjer) en islamitische slacht (halal), maar het wetsvoorstel van Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) verbiedt onverdoofde slacht. Thieme en haar medestanders doen evenwel aan valse voorlichting.
De belangrijkste vraag is natuurlijk of kosjer slachten meer dierenleed veroorzaakt dan de reguliere slachtmethode. En zo ja, of het verschil zo groot is dat de vrijheid van godsdienst daarvoor moet wijken. De voorstanders van een verbod beroepen zich met name op twee in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) uitgebrachte rapporten van de Wageningen Universiteit (WU). Ook wijzen ze op het standpunt van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).
Mis
Het is echter zeer de vraag of zij zich met recht en rede op die rapporten en dat standpunt kunnen (blijven) beroepen.
Het eerste rapport van de WU betreft geen praktijkonderzoek, maar een literatuurstudie. Het tweede rapport betreft bevindingen bij praktijkonderzoek, maar ook met dat onderzoek en verslag is van alles mis. Zo heeft men het kosjer slachten zelf niet onderzocht!
Hoe kan een universiteit zoiets produceren? Deze vraag weegt des te zwaarder aangezien de voorstanders van een verbod juist vanwege de herkomst van de rapporten, daar veel gezag aan toekennen.
De beide rapporten zijn evenwel uitgebracht door Wageningen UR Livestock Research, een kennis- en businesspartner voor externe opdrachtgevers, en door Animal Sciences Group (ASG), een handelsnaam van de besloten vennootschap ID-Lelystad (instituut voor dierhouderij en diergezondheid). Deze bv houdt zich onder meer bezig met de productie van vaccins. De enige aandeelhouder en bestuurder is DLO Holding bv, tevens enig aandeelhouder en bestuurder van Lelystad Biologicals bv, een vennootschap die zich bezig houdt met het verrichten van onderzoek naar, de ontwikkeling van en de productie van veterinaire vaccins en diagnostica.
Dat de rapporten van de WU komen en dus garant zouden staan voor een strikt onafhankelijk en hoog wetenschappelijk gehalte, blijkt dus nergens uit.
Gefinancierd
Aan het ministerie van EL&I en aan Universiteit Wageningen is gevraagd hoe de onderzoeken in Wageningen zijn gefinancierd. Animal Sciences Group (ASG) heeft tegen verstrekking van die informatie bezwaar gemaakt en het ministerie weigert bedrijfsinformatie te verstrekken, aangezien dit ‘de concurrentiepositie van ASG onevenredig kan benadelen’.
Hoe financieel onafhankelijk is het onderzoek dan geweest? Heeft de WU iets te verbergen?
Er zijn meer signalen dat Wageningen Universiteit mogelijk niet geheel onafhankelijk en wetenschappelijk bezig is, maar zich mede laat leiden door de commercie.
Het tv-programma Zembla onthulde onlangs in het kader van een onderzoek door WU naar de bijensterfte in Nederland, dat er financiële banden bestaan tussen ‘Wageningen’ en Bayer, een grote producent van landbouwgif.
Toen dit bleek, had de Partij voor de Dieren geen vertrouwen meer in WU. Waarom wél als het gaat over een verbod op kosjer slachten?
Het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) en de Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge/Joodse Gemeente Amsterdam (NIHS) – die als enige in Nederland zorgt voor de kosjere slacht – hebben ‘Wageningen’ gevraagd wie de rapporten heeft uitgebracht, en concrete inhoudelijke vragen naar aanleiding van de rapporten te beantwoorden.
De universiteit weigert dit te doen, omdat het ministerie opdrachtgever en eigenaar van de rapporten zou zijn. Maar ook Economische Zaken, Landbouw & Innovatie verstrekt de verzochte informatie niet.
Zoals reeds vermeld, beroepen de voorstanders van een verbod zich behalve op de rapporten uit Wageningen ook op het standpunt van de KNMvD (dat mede op de rapporten uit Wageningen berust).
Maar waarom zou een standpunt van de KNMvD gezaghebbend zijn? Zij is geen wetenschappelijke instelling, maar een beroepsorganisatie, en heeft – voor zover bekend – geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar kosjer slachten.
Ook wil de KNMvD geen vragen van de NIHS beantwoorden. Dit is in een land als Nederland onbestaanbaar en ontoelaatbaar.
Schade
Iedereen die wegens zijn geloof is aangewezen op kosjer slachten en kosjer geslacht vlees, dreigt bij wet ernstig in zijn vrijheid te worden getroffen en daardoor ernstige, met name immateriële schade te lijden. Juist omdat voorstanders van het wetsvoorstel-Thieme zich beroepen op publicaties en standpunten van bepaalde organisaties, rust op die organisaties, en op het ministerie, de plicht de door NIK en NIHS mede namens alle belanghebbenden gestelde en concrete, terzake dienende en inhoudelijke vragen te beantwoorden.
Dat zij dit zonder enig redelijk belang weigeren, is in strijd met wat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, lees: onbehoorlijk, en nog weer anders gezegd: onrechtmatig. Joodse organisaties als het NIK en de NIHS hebben dan ook besloten te trachten beantwoording van hun vragen via de rechter af te dwingen.
Aan joodse zijde bestaat geen enkel bezwaar tegen deugdelijk en grondig wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van regulier slachten én die van kosjer slachten op dierenwelzijn. Integendeel, want ook de joodse gemeenschap is daarbij gebaat. Maar dergelijk onderzoek vereist wel, dat men alsnog ook aan joodse zijde nauw wordt betrokken bij de onderzoeksopzet, bij het opstellen van protocollen, het formuleren van de vraagstelling, en de keuze van de in te schakelen onderzoeksinstelling(en) en deskundigen. En dat is niet gebeurd.