Thuiszorgmedewerker doet meer dan schoonmaken
Met verbazing las ik hoe Aaike Kamsteeg schreef over de huishoudelijke hulp onder de Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO). Alsof huishoudelijke hulp geen zorg zou kunnen zijn.

Ten eerste vind ik dat Kamsteeg (CU/SGP-wethouder Zwijndrecht) een zeer eenzijdig en beperkt beeld neerzet van het werk van een thuiszorgmedewerker. Het gaat hier niet alleen om huishoudelijke hulp, maar thuiszórg. Daar gaat hij geheel aan voorbij. Alle mensen die thuiszorg ontvangen, hebben daarvoor een indicatie ontvangen.
Cliënten hebben te kampen met allerlei gezondheids- en psychische klachten, maar ook met rouwverwerking, zorgen om een zieke partner of met dementie. Daarnaast hebben zij vaak zeer veel meegemaakt.
In dit alles is de thuiszorgmedewerker een regelmatig terugkerende hulp die een luisterend oor en steun kan bieden, die zaken kan signaleren en doorgeven aan familie en andere hulpverleners en die in sociaal opzicht zeer veel kan betekenen. Deze ondersteuning is dus wel degelijk zorg! Toen de thuiszorghuishouding uit de AWBZ is gehaald en in de WMO is terechtgekomen, is al een stap terug gezet.
Steeds weer probeert men het beroep van thuiszorgmedewerker uit te hollen en te degraderen tot alleen maar schoonmaakwerk. Wie werkelijk weet wat er omgaat in de thuiszorghuishouding, weet dat dit anders ligt.
Ten tweede geeft Kamsteeg aan dat mensen hun hulp in de huishouding zelf maar moeten regelen. Daarmee wordt de eigen verantwoordelijkheid bij mensen teruggelegd. Wie jong en gezond is, kan dat, maar voor ouderen en mensen met gezondheidsklachten komt de thuiszorg in beeld. Thuiszorgorganisaties zijn gespecialiseerd in het bieden van hulp die past bij mensen met klachten.
Voor deze thuiszorg betaalt iedereen een eigen bijdrage, mensen met hogere inkomens meer dan mensen met een kleinere beurs. Niet ieder is draagkrachtig genoeg om hulp in de huishouding zelf te betalen. Ook voor de lage inkomens moet thuiszorg mogelijk blijven. Is de overheid er niet voor om te zorgen voor de zwakke in de samenleving?
Gelukkig zijn er partijen die zich sterk gemaakt hebben voor behoud van een menselijke thuiszorg en voor besteding van gemeentegelden die hiervoor bestemd zijn. Deze eer valt de SP ten deel. Deze partij heeft zich ook zeer ingespannen voor een basissalaris voor thuiszorgmedewerkers, zodat ook zij een bestaan kunnen hebben. Voor velen is het thuiszorgwerk geen bijbaantje, maar een hoofdinkomen. En mag ook een thuiszorgmedewerker recht hebben op een leefbaar bestaan?
Want als we de thuiszorghuishouding overlaten aan de commercie gaan organisaties en gemeenten onder de prijs zitten, zoals bij zoveel uitvoerende beroepen tegenwoordig het geval is.
Ik ben bang dat veel mensen achter de bestuurstafel dit niet altijd beseffen.
Hopelijk kunnen ook de mensen met lagere inkomens en met een beperking zich blijven herkennen in een goede vertegenwoordiging door christelijke partijen in dit land.
De thuiszorgmedewerker betekent in sociaal opzicht zeer veel. Deze ondersteuning is wel degelijk zorg!
S.D. Offereins is sinds acht jaar thuiszorgmedewerker huishouding te Zwolle