Een taal oogsten
Vandaag kwam Marij natgeregend aan bij de bibliotheek. De regen verraste haar op de fiets toen zij naar onze ontmoeting in de bibliotheek kwam. Zij zat aan de tafel, dicht bij het raam, met uitzicht op de IJssel, zichzelf te drogen. Ik ging kopjes warme koffie halen. Daarna pakte ik mijn papieren en boekje om ons gesprek te beginnen.

Marij helpt mij om Nederlands te leren. Daarvoor fietst zij elke week vier kilometer om mij te ontmoeten. Zij komt uit Zwolle-Zuid naar het centrum van Zwolle. Marij opent haar papieren op het punt waar wij de vorige keer zijn gestopt.
Zeven maanden geleden, toen de lessen met Marij begonnen, was mijn angst om iets niet goed te doen groter dan mijn wil om Nederlands te leren. Ik vroeg op school – waar ik sinds een jaar de Nederlandse taal leer – speciale lessen om mij te helpen met de uitspraak en uitdrukkingen.
Ik bevind me nu twee jaar in Nederland, in een nieuwe cultuur, met een nieuwe taal. Die cultuur vraagt mij elke dag om mij uit te drukken met korte, duidelijke zinnen. En om mijn gevoelens niet..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .