Ingezonden brief: Christus' lichaam kies je niet zelf
Laat ik deze jongeren eerst gelukwensen met hun belijdenis en toebidden dat onze hemelse Heer hen de rest van hun leven door zijn Geest zal vasthouden.
Volgens hun predikant hebben we te maken met een culturele ontwikkeling, waarbij het individu steeds meer voorop komt te staan. Maar is dit echt een ontwikkeling van de laatste tijd? Of is het individualisme in elke mens al zo oud als de zondeval? Een kwaad, waarmee God ons in de kerk juist radicaal leert breken?
De eerste christelijke gemeente (toen al groter dan vrijgemaakt Zwolle-West nu) stond juist hierom bekend dat ze met elkaar een gemeenschap vormden. ‘Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen’ (Handelingen 2).
Openbare geloofsbelijdenis is niet méér dan toegang vragen en krijgen om voortaan het avondmaal mee te vieren. Ligt het niet in de lijn van hun vorm van belijdenis doen, dat deze jongeren voortaan ook het liefst alleen samen met de mensen die hun het meest dierbaar zijn, het avondmaal willen vieren?
Maar wat doen we dan met de apostel Paulus, die ons leert dat je, om echt het avondmaal te kunnen vieren, wel ‘het lichaam moet onderscheiden’? Hij bedoelt dat we allemaal samen in een gemeente tot het ene lichaam van Christus behoren, zoals we ook allemaal een stukje van hetzelfde brood eten en een slokje uit dezelfde beker drinken.
Wie stelt dat ‘lichaam’ samen: wij of Christus? Kiezen wíj een kerk of gemeenschap die ons past? Kun je geloven in de ‘gemeenschap van de heiligen’ en toch bij je geloofsbelijdenis alleen uitnodigen wie jij daar graag wilt zien? Of is het Christus die zijn kerk vergadert, en ook mij daarin past, misschien wel tussen mensen die ik zelf nooit zou hebben uitgekozen? Omdat Híj ook hen heeft uitgenodigd. Omdat ze Hém dierbaar zijn. Omdat Hij ons naast elkaar aan zijn ene tafel neerzet.
Hoe Bijbels doordacht was deze keuze in Zwolle? <