Waanzinnige reddingsmethoden

Onze oudste was wat ze noemen een huilbaby. Ze huilde op haar piek twaalf tot zestien uur per dag. Of nee, ze huilde niet. Ze krijste. En dat duurde geen dagen, geen weken, maar het duurde maanden. Bidden hielp niets. Helemaal niets. En elke keer als we een oorzaak vonden en er even verbetering kwam, kwam er ook weer iets anders naar boven, waar ze dan weer last van had. Koemelkallergie, reflux (maag-/darmprobleem), kiss-syndroom (probleem aan nekgewricht), eczeem en toen dat allemaal onder controle was, kwamen de oorontstekingen. En al die tijd sliep ze slecht. Heel erg slecht. Als we ergens op een nacht twee tot drie uur achter elkaar hadden kunnen slapen, hadden we een goede nacht. En ook dat duurde geen dagen, geen weken en zelfs geen maanden. Het duurde bijna twee jaar.
normaal
Van de medische wereld hoefden we weinig te verwachten. Consultatiebureau en huisarts schreven het af als normaal. Of, toen wel duidelijk werd dat het niet normaal was: een pedagogisch probleem. We moesten haar gewoon laten krijsen, dan werd ze vanzelf wel stil.
Bidden hielp niets. Of laat ik het zo stellen: er veranderde niets aan de situatie zoals wij die ervaarden. De problemen verdwenen niet, er kwam geen wonderbaarlijke genezing. Het krijsen bleef, evenals de slechte nachten.
Na lang aandringen kwam dan toch de verwijzing voor de kinderarts. Deze arts hoorde ons wel, gelukkig, en na ook een verwijzing voor de KNO-arts via hem, kwamen na bijna twee jaar de problemen onder controle en veranderde onze dochter in een tevreden meiske dat met heel weinig moeite zomaar hele nachten door ging slapen
vliegende start.
Twee jaar later werd onze tweede dochter Caitlyn geboren. Na een vliegende start werd al heel snel duidelijk dat ook zij zeer waarschijnlijk een koemelkallergie had en bleek ze fors last te hebben van een verborgen reflux. We wisten nu wat er gebeuren moest en lieten ons deze keer niets meer aanpraten door de ‘deskundigen’. Toen ze echter 2,5 week oud was, schoot al onze ervaring toch echt tekort. Nadat ze steeds minder ging drinken en steeds meer lag te slapen, kwam ik met haar bij de huisarts, die ons na telefonisch contact met een kinderarts weer naar huis stuurde. Nadat Caitlyn bij thuiskomst wonderbaarlijk ineens toch 50 cc voeding had gedronken, viel ze daarna in slaap om vervolgens de hele avond niet meer wakker te worden. In 24 uur tijd had ze zo’n 100 cc gedronken, maar ze werd niet wakker van de honger.
Via de huisartsenpost kwam ik met haar op de spoedeisende hulp terecht, waar een kinderarts haar aan de hartmonitor legde toen ze met de stethoscoop absoluut niet kon beluisteren hoe snel haar hartslag ging. Aan de monitor bleek Caitlyn een hartslag van 290-300 te hebben. Een tachycardie, ten gevolge van het aangeboren WPW-syndroom. Er volgden diverse opnames. We hebben veel gebeden in die tijd. We hebben zelfs een ziekenzalving gehad voor Caitlyn. Dat baatte echter niet. Ze werd niet genezen, de problemen bleven en opnieuw gingen we door een slopende tijd die tot op dit moment voortduurt: ze is voortdurend ziek en krijgt binnenkort de vijfde ingreep op KNO-gebied. Daarnaast zal haar immuunsysteem binnenkort ook grondig onderzocht gaan worden, om te achterhalen wat er toch ten grondslag ligt aan het steeds maar ziek zijn.
God genas niet. Maar Hij werkte wel. Hij heeft ongetwijfeld gewerkt op manieren die ik niet zie en niet gezien heb, maar wat ik wel zie, is dit: als wij onze ervaringen met onze oudste niet zouden hebben gehad, zou Caitlyn overleden zijn in die nacht waarin ze 2,5 week oud was en haar hartslag de 300 raakte. We zouden hebben geluisterd naar een arts die beter had moeten weten en ons gerust hebben laten stellen door zijn reactie, die ingegeven moet zijn door de gedachte dat hij voor de zoveelste keer die dag te maken had met een overbezorgde moeder. Wij zouden hebben liggen slapen en we zouden ergens die nacht of de volgende ochtend een dood meisje in haar wiegje hebben aangetroffen. Of autopsie de oorzaak zou hebben achterhaald? Ik denk het niet.
krankzinnig
God werkte, omdat Hij het toeliet dat we een huilbaby kregen, voordat we een huilbaby met een hartritmestoornis kregen. Krankzinnig. Ik zou het niet bedacht hebben. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit in ons geval de manier is, waarop Hij heeft gezorgd dat alles onder controle bleef en we nu mogen aftellen naar de dag dat ze straks start in groep 1, in plaats van dat we regelmatig een grafje zouden bezoeken. God geneest niet altijd. Dat is moeilijk. Daar heb ik een hoop vragen over. Maar tussen al die vragen staat één ding recht overeind: God laat niet los. Nooit. Dát is het evangelie waarvan de Bijbel ons vertelt. God bedenkt waanzinnige manieren om ons te redden. <