Luister naar

'Ja-tenzij'-donorsysteem is gevaarlijk

Nieuws
Het voorgestelde donorsysteem probeert een andere morele orde af te dwingen: het hedonisme met het bijbehorende materialisme. Het idee dat doneren om een gift gaat, verdwijnt.
Ringo Ossewaarde Roshnee Ossewaarde-Lowtoo
vrijdag 29 april 2016 om 15:31
Binnen het voorgestelde donorsysteem zijn personen het bezit van de bureaucratische staat. Dat is in strijd met de christelijke visie op de staat.
Binnen het voorgestelde donorsysteem zijn personen het bezit van de bureaucratische staat. Dat is in strijd met de christelijke visie op de staat. ap / Doral Chenow eth

Met het wetsvoorstel om een actief donorregistratiesysteem (adr-systeem) te organiseren wordt geprobeerd om de nationale ‘orgaantekorten’ structureel te verminderen. Orgaandonatie wordt genormaliseerd. Het uitgangspunt van het adr-systeem is dat alle burgers orgaandonoren behoren te zijn, tenzij zij in het Donorregister aangeven niet mee wensen te doen. De achterliggende redenering hierbij is dat van alle nieren, alvleesklieren, harten, longen en levers van Nederland een gemeenschappelijk bezit wordt gemaakt, vergelijkbaar met de vrije natuur. In het wetsvoorstel wordt het adr-systeem aangeboden als een antwoord op een schaarsteprobleem, waarbij tekorten aan organen vergelijkbaar zijn met voedseltekorten of krapte op de arbeidsmarkt. Van organen wordt gedacht dat deze zonder meer en onbetwistbaar middelen zijn die toegeëigend en gerecycled kunnen worden om het zogenoemde ‘onheil’, het ‘onnodige’ lijden en sterven van de wachtenden op een donororgaan (zo’n 0,0000765 procent van de Nederlandse bevolking per jaar) te overwinnen. Met andere woorden: het adr-systeem berust op de oude en alomtegenwoordige utilistische uitgangspunten: organen worden gedefinieerd als uitruilbare of verhandelbare middelen waarmee doelen gerealiseerd kunnen worden.

buitengewoon zwak

De intellectuele en morele fundamenten van het adr-systeem zijn buitengewoon zwak, juist vanwege (een banale versie van) het utilisme waarop het is gegrondvest. Het is een utilisme dat de lagere emoties – angst, woede, frustratie – legitimeert en normaliseert. Onder de mantel der liefde (in het wetsvoorstel wordt het begrip ‘solidariteit’ gehanteerd) verschuilen zich de angst voor de (vroegtijdige) dood en de woede om maar geen gezond orgaan te kunnen bemachtigen. Deze emoties geven uitdrukking aan het krachteloze onvermogen om het leven zoals het is gegeven (en weer teruggenomen kan worden) te accepteren en met de dood en het lijden om te gaan. De menselijke weerbaarheid en kracht die ontzag en bewondering oproepen – belichaamd door hen die de liefde, rechtvaardigheid en vrijheid boven ‘gezondheid’ en behoud van leven stellen – worden uit het menselijke en culturele geheugen gewist.

Maar ook niet onbelangrijk: het adr-systeem geeft een vrijbrief voor het voortzetten van biotechnologische experimenten. Het moet echter benadrukt worden dat het ons niet gaat om het demoniseren van medisch-technologische ingrepen, en zeker niet om het verheerlijken van het lijden.

universele waarheid

Wij betwisten de vanzelfsprekendheid waarmee één visie op de mens, het menselijke lichaam en het leven tot een universele waarheid gemaakt wordt. Het adr-systeem probeert namelijk een andere morele orde af te dwingen: het hedonisme met het bijbehorende materialisme. Zodoende worden Europese waarden, in het bijzonder de integriteit (‘heiligheid’) van het lichaam, genegeerd. Binnen het adr-systeem zijn personen en lichamen het bezit van de bureaucratische staat. Deze visie is in strijd met de christelijke visie op de staat. In die visie staat de individuele persoon van wie het lichaam onlosmakelijk is, boven welke collectiviteit dan ook. Orgaandonatie kan worden opgevat als een vrije gift, ofwel naastenliefde, werkelijke liefde. Door het weggeven van het eigen lichaam na de dood juridisch af te dwingen, deze te normaliseren, te economiseren als gemeenschappelijk bezit, en deze in te kaderen in een bureaucratisch bestel, wordt de donatie van haar oorspronkelijke intellectuele betekenis van vrije gift ontdaan. Hierbij gaat het enerzijds om het normaliseren van de culturele weigering om de vroegtijdige dood te accepteren. En anderzijds gaat het om de onbetwistbare legitimiteit die wordt toegekend aan de vorming van een medisch-industriële ‘beschaving’. In zo’n beschaving is er nauwelijks ruimte meer om het niet eens te zijn met de medisch-technologische heerschappij met haar biotechnologische ingrepen (waar transplantatie een voorbeeld van is) en de bijbehorende biopolitiek. Met het adr-systeem wordt het weghalen en transplanteren van organen zonder enige twijfel als iets goeds beschouwd. Met dit dogma is het ondenkbaar geworden dat iemand zich niet zou willen vastklampen aan ‘gezondheid’ of het leven.

biopolitieke strijd

Het adr-systeem verwacht nu van alle burgers dat zij een bijdrage leveren in een biopolitieke strijd, waarbij de dood moet worden uitgesteld. Daarmee wordt de visie opgelegd waarin pijn, ziekte en dood niet langer de onderdelen, maar tegenstellingen van het leven zijn. ‘Leven’, of beter, een getechnologiseerd lichaam dat in leven blijft, verwordt met het nieuwe dogma tot een object van manipulatie dat in stand gehouden moet worden. In plaats van een persoonlijke of familiaire uitdaging wordt de dood een medisch-technisch probleem. De staat wordt binnen dit kader ingezet als instrument voor het verdere, dwangmatige, mobiliseren van medisch-technologische output. De socioloog en theoloog Jacques Ellul sprak in dit verband over ‘technologische bluf’: van technologie wordt verlossing verwacht. Het vanuit een innerlijke, intellectuele en morele kracht aanvaarden van de vroegtijdige dood en de kunst van het leren sterven, verworden met het adr-systeem tot een abnormaal en zelfs ongewenst verschijnsel. Het systeem suggereert dat actieve donorregistratie een kwestie van (contractuele) solidariteit met de wachtenden betreft, maar in werkelijkheid gaat het om angst, wanhoop en het legitimeren van de medisch-technologische heerschappij.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Afbeelding

Hoe we vaagtaal en jeukwoorden als 'co-creatie' en 'kwaliteitsslag' uit de krant proberen te houden

'Mensen praten moeilijk omdat dat makkelijk is', leerde Japke-d. Bouma de ND-redactie in een Amersfoorts café. Aan ons als journalisten de taak om moeilijke taal glashelder te krijgen.

Afbeelding

Wie vrede wil tussen Israël en de Palestijnen, moet met álle partijen over concrete voorstellen spreken

Met heilige teksten je macht en invloed uitbreiden, oud-senator Hanneke Gelderblom ziet dit 'religieus imperialisme' wereldwijd oprukken. Dat vergt ook in Nederland alertheid. 'Want dan mag je Joden alles verwijten.'

Afbeelding

Perspectief-jongeren: Het is tijd dat de ChristenUnie afrekent met haar eurosceptische imago

Laat het partijcongres van de ChristenUnie uitspreken dat de partij gelooft in Europa, schrijft Annelle van der Wel namens jongerenorganisatie Perspectief.

Afbeelding

Doop met water uit waterkanon een politiek statement? Avondmaal vieren met supermarktwijn is dat ook

Zijn de doop en het avondmaal niet-politieke rituelen? Zeker niet, schrijft theoloog Peter-Ben Smit. Christus zet de maatschappelijke orde op z’n kop. ‘Een beetje water uit een waterkanon kan daar ook nog wel bij.’

Afbeelding

Uit woede of ongeluk breken met God? 'Ik had juist de neiging om wel op zoek te gaan naar houvast'

De maand mei was een tranendal voor schrijver en muzikant Aafke Romeijn, zelf een ‘godzoeker’. Wat doe je met dit verdriet, deze rouw? Vind je troost in het geloof of betekent het een definitief afscheid?

Afbeelding

Onderschat het nut van de ervaringsdeskundige niet. 'Het begint met: wat is jóuw verhaal'

Dat Rinke Verkerk vragen heeft bij al die zelfbenoemde coaches ontneemt het zicht op het belang van ervaringsdeskundigen, vindt Els Dijkema-van der Linden.