Wat is er mis met het familiebedrijf?
V&D werd door de vierde generatie naar de beurs gebracht. Er volgde een lange lijdensweg op weg naar het einde. Ook winkelketen Blokker is nu in handen van de vierde generatie én in problemen, waardoor voor de tweede keer het mes in het bedrijf moest worden gezet.
Familiebedrijven hebben in het algemeen een verdere horizon dan beursvennootschappen, maar ook zij hebben allesbehalve het eeuwige leven. Volgens een volkswijsheid bouwen de eerste twee generaties een bedrijf op en maakt de derde het kapitaal op. Maar uit een onderzoek van de Rotterdam School of Management, BDO en Rabobank blijkt dat het vaak juist bij de wisseling van de derde naar de vierde generatie familie-eigenaren misgaat. Van de familiebedrijven haalt 30 procent de tweede generatie, 13 procent de derde en nog maar 3 procent de vierde.
Volgens het onderzoek zijn daar verschillende redenen voor. De oprichters en hun kinderen hebben meestal een grote solidariteit met het bedrijf, dat ze zien als hun levenswerk. Bij de overgang naar de derde generatie moeten broers en zusters al door één deur met neven en nichten. De spanningen nemen toe.
Soms kent de derde generatie een krachtig leider, zoals Anton Dreesmann of Jaap Blokker, die deze spanningen kan verhullen en zijn visie doorzet. Dreesmann ruziede veelvuldig met zijn familie, maar wist het bedrijf toch uit te bouwen naar nieuwe markten. Bij de vierde generatie besloot de familie te cashen door het bedrijf naar de beurs te brengen. Zo ontsnapten zij aan het faillissement.
De vierde generatie hangt niet zelden als los zand aan elkaar. Vaak hebben de familie-aandeelhouders nog zo’n beperkte band met het bedrijf dat ze liever dividend zien dan geld in het bedrijf te laten voor investeringen. Vaak doen in die fase ook professionele managers hun intrede. Die moeten in het keurslijf van de diverse wensen van de familie-aandeelhouders opereren, zodat ze nog minder vrijheid hebben dan beursvennootschappen met aandeelhouders van buiten. Nadat Jaap Blokker in 2011 was overleden, stond er geen natuurlijk leider klaar. Blokkers broer Albert was enige tijd bestuurslid en zijn neef Roland Palmer zwaaide vier jaar lang de scepter. Maar hij werd vorig jaar opzijgeschoven. Blokkers weduwe en hun twee kinderen hebben nu hun greep op het bedrijf vergroot.
Of Anton Dreesmann en Jaap Blokker hun bedrijven wel hadden kunnen redden, valt te bezien. Ook zij zouden geconfronteerd zijn met onlinewinkelen en, de komst van discounters als Action en Primark. Maar met hun ondernemingslust, creativiteit en flexibiliteit hadden deze bedrijven wel een grotere kans gehad. <