In de zorg moet je liefhebben

Het verbeterplan voor de verpleegzorg van staatssecretaris Martin van Rijn heeft als ondertitel ‘Liefdevolle zorg voor onze ouderen’. Een prachtige titel die wat mij betreft bovenaan had mogen staan. Het is mooi te zien dat er in de ouderenzorg steeds meer aandacht is voor de mens. Termen als ‘cliënt centraal’ en ‘persoonsgerichte zorg’ vliegen je om de oren. Maar wat betekent dit nu echt?
wereldtop
De Nederlandse gezondheidszorg behoort tot de wereldtop en dat moeten we zo houden. Zoals in alle westerse landen is onze zorg vooral gericht op negatief welbevinden: het beperken van narigheid, van psychische en fysieke klachten. Geneeskunde gericht op genezen en overleven. Maar de afwezigheid van narigheid is niet hetzelfde als een goede kwaliteit van leven. Positief en negatief welbevinden zijn onafhankelijke dimensies: iemand kan chronische pijn hebben en toch genieten van een kleinkind. Beide dimensies horen bij het leven, en zeker bij het ouder worden.
schade van het leven
Als je aan mensen vraagt wat ze nodig hebben, dan zullen zij vooral beginnen over zaken waar ze last van hebben, zoals slecht slapen, niet alleen kunnen douchen, pijn in de heup, eenzaamheid.
Het is begrijpelijk dat onze zorg en geneeskunde hier primair op zijn gericht. Maar we genezen niemand van de opeenstapeling van schade die het leven nu eenmaal met zich meebrengt. In zekere zin is alle ouderenzorg palliatieve zorg; daar moeten we niet flauw over doen.
Het streven naar overleven, naar een maximale behandeling van ziekten, kan het leven zélf in de weg staan. Kwaliteit van leven in de aanwezigheid van klachten en beperkingen vereist expliciete aandacht voor leefplezier en verlangens. In een verpleeghuis is dat geen eenvoudige opdracht. Met leefplezier valt het wellicht nog mee: kijk wanneer mensen een glimlach op hun gezicht krijgen. Wat willen ze zelf graag? Waar beperken we onnodig hun vrijheid met onze goedbedoelde institutionele regels? Wat zou het verlangen kunnen zijn van mensen met dementie? Ik denk dat zij zich, zoals ieder mens, willen verhouden tot een andere persoon. In het verlangen gaat het over relaties. Dat betekent dat zorgverleners als persoon in de interactie met verpleeghuisbewoners een essentiële rol vervullen in hun kwaliteit van leven. Dat is iets volstrekt anders dan het correct professioneel handelen volgens de protocollen en het staat haaks op de in de zorg vaak aangeprezen distantie.
Hoe kan er van liefdevolle zorg sprake zijn wanneer ‘het houden van’ niet op de eerste plaats komt? Kunnen we de zorg zo inrichten dat er altijd iemand in staat is om het appel dat verpleeghuisbewoners doen op een ander, als persoon beantwoord wordt? Hoe verdelen we de rollen tussen de informele en de formele zorg? Het huidige zorgleefplan is volstrekt ongeschikt om dit doel te bereiken. Het moet gaan over de persoon, waar wordt iemand blij van en vooral: in welke relaties ervaart iemand liefde? Wie zijn die belangrijke anderen? Dat klinkt simpel, maar in onze geprotocolleerde zorg blijft de kwaliteit van leven die gerelateerd is aan wat er tussen personen gebeurt, buiten beeld. Deze verlangens moeten bovenaan staan in het kwaliteitsbeleid, waarbij we moeten accepteren dat deze niet normatief zijn af te dwingen en ook niet zomaar te meten, registreren of te vergelijken.
echte verhaal
Liefdevolle zorg gaat in de eerste plaats over relaties en dan over veiligheid en overleven. Want alleen in een relatie hoor je het echte verhaal. Is er geen relatie, dan zal de vraag ‘wat zou u graag willen?’ alleen worden beantwoord vanuit behoeften – minder pijn, eten en drinken, het behoud van functies. Is die relatie er wel, dan ontstaat er betekenis en kwaliteit en zullen mensen vertellen wat hun diepste verlangens zijn. Dit is nieuw en spannend voor verpleegkundigen en dokters. Want als je de belangrijke ander niet kunt vinden, dan moet je hem misschien zélf zijn. Wie in het team wordt de belangrijke ander voor mevrouw Gerritse? Wie heeft er een natuurlijke klik met meneer Bergwijn? Ruimte scheppen voor liefdevolle relaties, vrijheid en leefplezier in balans met de noodzakelijke normen voor veiligheid en rechtvaardigheid. Dat is de voornaamste uitdaging waar de langdurige zorg voor staat. <