Verzen die de Koran doen schudden

Veel wijst erop dat de overgeleverde tekst is geschreven door een tijdgenoot van Mohammed. Vanzelfsprekend zijn wetenschappers enthousiast over deze vondst. Ook in sommige moslimkringen werd bijna euforisch gereageerd. De Koran speelt in de islam een centrale rol, die te vergelijken is met de rol die Jezus van Nazareth in het christendom speelt. Christenen geloven immers in het mensgeworden woord: het hoogtepunt van de goddelijke openbaring is Jezus Christus zelf, niet de Bijbel.
Moslims geloven echter dat het de Koran is die op unieke en definitieve wijze Allahs wezen en wil openbaart. Sommigen onder hen geloven zelfs dat de Koran vanaf het begin van de schepping bij Allah was – op eenzelfde manier waarop binnen het christendom Christus bij de Vader was. Zo staan dus ‘menswording’ en ‘boekwording’ tegenover elkaar.
De vreugde bij moslims is dan ook begrijpelijk. Maar het zou zomaar kunnen dat het de islam voor nieuwe vragen stelt die vele moslimgelovigen nog niet vermoeden. Vragen die een grote invloed zullen hebben op haar toekomst.
soerat van Maria
Het gevonden fragment bevat delen van de huidige soera’s 18-20. De gevonden verzen komen uitermate sterk overeen met de huidige, alom geaccepteerde Koran. Met dit verschil dat het leeuwendeel van soerat 19 – midden in het fragment – ontbreekt. Dit hoofdstuk staat tegenwoordig bekend onder de titel ‘soerat Meriem’ (de soerat van Maria) en het ontbrekende deel beschrijft onder meer de aankondiging van de geboorte van Isa (Jezus) aan Meriem (Maria). Bovendien bevat het een van de twee Koranbeschrijvingen van de geboorte van Isa. De parallel met het Lucasevangelie valt op. Maar er zijn ook belangrijke verschillen. Zo zijn er elementen te vinden die niet in de evangeliën staan, maar wel in verschillende apocriefe teksten. Deze teksten uit de begintijd van het christendom waren erg populair, maar werden door de kerk niet betrouwbaar geacht en zijn dus niet in de Bijbel opgenomen. Wel werden ze veel gelezen en waren ten tijde van Mohammed in het Arabisch schiereiland bekend.
Zo baart Maria in de Koran niet in een grot of een stal, maar onder een palmboom – een duidelijke parallel met het apocriefe Pseudo-Mattheüs. De verschijning van ‘de Geest, in de vorm van een volmaakte mens’ lijkt geïnspireerd te zijn door de apocriefe ‘Brief van de Apostelen’, waarvan we slechts nog een Ethiopische vertaling bezitten. En het feit dat Jezus reeds vlak na zijn geboorte tot zijn moeder spreekt lijkt sterk op 2 Henoch.
Elders in de Koran zijn nog meer parallellen met verschillende vroeg-christelijke teksten te vinden, met name met het Proto-evangelie van Jacobus. De historische betrouwbaarheid van deze vroege christelijke teksten is uiterst gering. Maar ze zijn toch deels in de Koran beland.
letterlijk gedicteerd?
Dit stelt moslimgelovigen voor de vraag naar de waarheidsaanspraak van de Koran. Kan nog steeds aangenomen worden dat de Koran letterlijk door de engel in een openbaring aan Mohammed is gedicteerd?
Of moeten we – historisch-kritisch – aannemen dat Mohammed is beïnvloed door de religieuze geschriften en overtuigingen uit zijn tijd? Sterker: gezien het feit dat juist dit ‘mariale’ deel uit het gevonden manuscript wordt gemist, kan duiden op een latere redactie omdat juist deze teksten sterk leunen op de christelijke apocriefen. Behoorden meerdere verhalen over Maria (soera’s 3, 5, 19, 21, 23, 50, 66) wellicht voor een deel tot de later ingevoegde teksten? En hoe komt het dat de Koran de éne Meriem (de moeder van Jezus) verwart en gelijkstelt met een andere Meriem (de zus van Mozes en Aäron), die vele eeuwen daarvoor leefde? Waar is het, tussen de mystieke ervaring van Mohammed en de totstandkoming van de Koran in de redactie fout gegaan?
obstakel voor geloof
Historisch-kritisch onderzoek is voor vele christenen een obstakel voor hun geloof geweest – en voor enkelen nog steeds. De historische betrouwbaarheid van Bijbelse verhalen kwam onder vuur te liggen, en daarmee voor velen ook de spirituele betrouwbaarheid van het christendom. Maar de acceptatie dat de Schrift niet slechts historisch betrouwbare informatie verschaft, maar ook andersoortige literaire genres bevat en soms historisch de plank gewoonweg misslaat, dat alles staat de waarheidsclaim van het christendom niet per se in de weg. Voor christenen is immers niet de tekst de waarheid, maar is Christus zelf Weg, Waarheid en Leven.
Zo staat de islam voor een belangrijke paradigmawisseling, die voor veel moslims met pijn en moeite gepaard zal gaan. Sommigen onder hen zullen in een versterkt schriftuurlijk fundamentalisme hun heil zoeken – zoals dat ook in christelijke kringen gebeurde, en nog steeds. Anderen zullen echter inzien dat slechts een mystieke islam de spirituele erfenis van Mohammed kan redden. <

