Toch kan het, elkaar vertrouwen

Het kindje staat boven aan de trap. Vier treden, niet meer. De grootmoeder staat die vier treden lager. Zij draait zich om naar het kindje, ze kijken elkaar aan en met een vrolijke lach werpt het kindje zich naar beneden, bijna met een sprong, zo in de veilige armen van de grootmoeder.
Het is mijn jongste kleindochter Alette die zich met een grenzeloos vertrouwen door haar oma’s armen opgevangen weet.
Vandaag of morgen zal ik haar toch duidelijk moeten maken dat oma er niet voor kan instaan haar zonder meer op te vangen. Wat begon toen ze net een jaar oud was en net kon staan, wordt – qua gewicht – heel wat lastiger nu ze drie jaar oud is. Daar komt nog eens bij dat ze echt een forse sprong maakt en voor je het weet vallen oma en kleinkind om. Alette en ik lossen dat samen wel op.
Wat mij als grootmoeder steeds weer ontroert, is het grenzeloze vertrouwen van Alette, door die ene blik tussen ons beiden, dat haar niets zal overkomen.
Over vertrouwen wil ik het vandaag met u hebben. Ik sta als leek voor u, op de meest vrijzinnige wijze grootgebracht met het geloof, met een grote schroom dat ik u vandaag mag toespreken.
kern van ons bestaan
‘Vertrouwen’ is de kern van ons bestaan, van ons ‘zijn’. Zonder vertrouwen is leven onmogelijk. Maar staan we daar steeds bij stil? Staan we erbij stil dat we erop vertrouwen om ’s ochtends gewoon weer wakker te worden? Dat er water uit de kraan komt? Het licht aangaat? De dag overgaat in de nacht en de nacht in de dag, steeds weer?
Ik denk het niet. We realiseren ons pas dat we gedachteloos vertrouwden als er een kink in de kabel komt, als bijvoorbeeld dat lichaam van die gezonde, jonge vrouw met man en twee kleine kinderen niet gezond blijkt te zijn, als blijkt dat ze ernstig ziek is. Het vertrouwen in het eigen lichaam is weg. Daarvoor in de plaats moet opeens de jonge vrouw – en haar hele gezin – vertrouwen stellen in de artsen die haar behandelen.
En wat is dat vertrouwen dan? Wat betekent dat? Om de ander te kunnen vertrouwen is eerlijkheid een noodzakelijke voorwaarde. De arts die eerlijk is over de diagnose, over de wijze van behandeling en alles wat daarbij kan mee- en tegenvallen, over de prognose, biedt vertrouwen. En op basis van dat vertrouwen kunnen de jonge vrouw en haar gezin verder met hun leven.
geloof, hoop en liefde
Het overkwam onze oudste dochter en in die tijd moest ik veel aan 1 Korintiërs 13:13 denken: ‘geloof, hoop en liefde’. In de Bijbel in Gewone Taal is ‘hoop’, de stellige verwachting, vervangen door ‘vertrouwen’. Geleidelijk aan, met heel kleine stapjes, herwint onze dochter het vertrouwen in haar lichaam, in het leven. Met geloof, veel liefde en dat voorzichtige vertrouwen komen we er wel.
Fundamenteel in onze huidige, vrij seculiere samenleving is vertrouwen op de ander en in de ander. Psalm 118:8 zegt: ‘Beter te schuilen bij de Heer, dan te vertrouwen op mensen’. En toch kan dat, vertrouwen op mensen, op de ander.
Nog niet zo lang geleden deed zich in de Eerste Kamer een gebeurtenis voor die ik mijn leven lang niet zal vergeten en die ik tot een van de mooiste, zo niet het mooiste moment reken dat ik in de politiek tot nu toe heb meegemaakt. En die gebeurtenis gaat over ‘vertrouwen’.
‘pairen’
Over een belangrijk wetsvoorstel, waarover iedereen wist dat het net wel of net niet zou worden aangenomen, was hoofdelijke stemming gevraagd. De dag van de stemming belde de fractievoorzitter van een eenmansfractie in de Eerste Kamer mij op dat hij ernstig ziek was en niet naar de Kamer kon komen. Hij zou vóór het wetsvoorstel stemmen.
Nu kennen we in de Eerste Kamer het systeem van ‘pairen’: de afspraak tussen een voor- en een tegenstander van een wetsvoorstel dat als een van beiden niet aanwezig kan zijn in verband met overmacht, zoals ziekte, de ander ook afwezig zal zijn; zodat de stemming niet beïnvloed wordt door de toevallige omstandigheid van het ziektegeval. Die afspraken worden gemaakt op basis van vertrouwen. De fractievoorzitter van de SGP, want om hem ging het, voorstander van de wet, had zo’n afspraak gemaakt met een tegenstander van de wet, een lid van de GroenLinks-fractie.
Na afloop van het plenaire debat kwam de woordvoerder van een partij die tegen het wetsvoorstel was naar mij toe en zei mij, heel vertrouwenwekkend: ‘Het is wel duidelijk, nu na het debat, wij hoeven geen hoofdelijke stemming meer.’ Ik schorste de vergadering kort, dacht na en kwam met mijn griffier tot de conclusie dat het wetsvoorstel het dan niet zou halen, omdat één fractie, namelijk die van het lid dat zich ziek had gemeld, zou ontbreken. Ik heropende de vergadering en deelde mee dat er een verzoek was gekomen om uiteindelijk niet hoofdelijk te stemmen, maar fractiegewijs.
Toen stond de fractievoorzitter van de partij met wie gepaird was op, de fractievoorzitter van GroenLinks, de partij die tegen het wetsvoorstel was. Als hij mee zou gaan met het nieuwe voorstel – niet hoofdelijk stemmen – zou het wetsvoorstel worden afgestemd. Dat wilde zijn fractie per slot van rekening graag. Maar wat deed hij? Hij liep naar de interruptiemicrofoon en zei dat hij de hoofdelijke stemming wilde laten doorgaan, omdat hij zijn vertrouwen had gegeven aan het zieke lid en daar stond hij voor. Voor hem – en zijn fractie – was de afspraak van het pairen, het vertrouwen dat die afspraak zou worden nagekomen, van groter gewicht dan het kortstondige politieke voordeel van het afwijzen van de wet.
In mijn beleving ontsteeg deze gebeurtenis het ‘gewone’ menselijk contact, ontsteeg het de ‘gewone’ afspraken die mensen met elkaar maken. Deze gebeurtenis had in mijn beleving een bijna sacraal moment in zich. Het schuilen bij de Heer van Psalm 118:8 viel samen met het vertrouwen op mensen.
Tussen mensen onderling, tussen vertegenwoordigers van bedrijven en organisaties, op allerlei niveaus ook wereldwijd, worden doorlopend afspraken gemaakt. De basis van die afspraken is vertrouwen, vertrouwen dat wat is afgesproken van beide kanten zal worden nagekomen.
Een bijzondere vorm van afspraak is onze democratische rechtsstaat, geïnspireerd door de ideeën van Rousseau in zijn Du Contrat Social.
kloof burger en politiek
Maar in de huidige tijd nemen in die democratische rechtsstaat de zorgen toe over de kloof tussen de burger en de politiek. Hoe komt het dat er kennelijk een gebrek aan vertrouwen is tussen burger en politiek? Zonder vertrouwen is leven onmogelijk. Dat geldt ook in de samenleving voor de relatie burger-politiek, voor de relatie burger-rechter, voor de relatie burger-overheid.
Sinds het aantreden van de nieuwe Amerikaanse regering is het begrip ‘alternative facts’ niet meer weg te denken uit het hedendaagse vocabulaire. Waar het begrip eerst met verbazing, verbijstering, verontwaardiging werd aangehoord, is het al snel verworden tot een ‘understatement’ voor onwaarheden waarover wat lacherig wordt gedaan.
Maar onjuist zijn die zaken en feiten wel. Johannes had gelijk in zijn eerste brief: ‘Vertrouw niet elke geest’. Door die onjuiste voorstelling van zaken en feiten wordt stelselmatig het vertrouwen van de burger in de politiek, in de overheid en zelfs de rechter ondermijnd. En daarmee wordt onze democratische rechtsstaat ondermijnd.
Politici, de overheid, kunnen vertrouwen verdienen door een eerlijke boodschap te verkondigen, door beloftes na te komen, door zonder terughoudendheid zich verantwoordelijk te tonen en daarover eerlijk en open te communiceren. Maar vertrouwen is wederzijds: de politiek, de overheid, moet ook op de burger kunnen vertrouwen en vertrouwen kunnen geven aan de burger.
menselijke maat
Het toverwoord van onze moderne tijd is digitalisering. De politiek en de overheid vertrouwen erop dat iedere burger voldoende mogelijkheden heeft om online te zijn. Maar als dat niet zo vanzelfsprekend blijkt te zijn, als er geen rekening kan worden gehouden met de menselijke maat, wat betekent dit dan voor het vertrouwen in politiek en overheid? Verdienen politiek en overheid dan dat vertrouwen? Of moeten politiek en overheid zich inzetten om dat vertrouwen te blijven verdienen of misschien zelfs te herwinnen door bereid te zijn de burger als individu, als persoon te benaderen wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven? Het antwoord op die vraag is een volmondig ‘ja’. Contact met de medemens, heldere communicatie tussen politiek, overheid en burger dragen eraan bij dat er vertrouwen ontstaat, dat er vertrouwen ís, dat vertrouwen groeit, dat vertrouwen verdiend wordt.
Door die ene blik tussen kleinkind en grootmoeder, waagde Alette vol vertrouwen de sprong om zich van de vier treden van de trap in de armen van haar grootmoeder te storten.
In de overgave om te kunnen vertrouwen schuilt een vertrouwen in God voor degene voor wie het geloof leidend is.
Dit is een ingekorte versie van de ‘Preek van de leek’ die Ankie Broekers-Knol zondag in de Remonstrantse kerk in Bussum heeft gehouden.