Netanyahu is beschadigd, maar Israël ook. De premier dient zijn land door af te treden

Nog een weekje doorbijten en dan is de crisis rond de Israëlische regering wel weer voorbij. Dat meent de minister van Onderwijs, Naftali Bennet, coalitiegenoot van premier Benjamin Netanyahu. Belangrijkste reden voor zijn stelligheid is dat ‘niemand nu behoefte heeft, miljarden shekels te verspillen aan verkiezingen’.
De jongste verwikkeling is een botsing tussen de premier en de minister van Gezondheidszorg Yaakov Litzman, over de dienstplicht voor ultra-orthodoxe Joden. Litzman, van de partij Verenigd Thora Judaïsme, ligt vierkant dwars in deze kwestie. Maar de echte crisis is die rond de persoon van Netanyahu zelf, die nu ook wordt verhoord in een politie-onderzoek vanwege corruptie en het aannemen van dure cadeau’s. Die crisis gaat dieper en is beschadigend voor het aanzien van Israël en van Joodse organisaties in de wereld.
gejuich
Neem AIPAC, het American Israel Public Affairs Committee dat zichzelf neerzet als ‘Amerika’s pro-Israëlische lobby’. Netanyahu werd daar dinsdag door 18.000 mannen en vrouwen met gejuich en geklap begroet. Het werd ze door ‘liberaal Amerika’ niet in dank afgenomen. Onder een grote foto van Netanyahu achter de microfoon werd AIPAC in de
Washington Post neergesabeld, als een groep die alles verdedigt wat Israël doet, tot moordpartijen op Palestijnse burgers toe. De Amerikaanse ambassadeur bij de VN, Nikki Haley, hield voor die 18.000 toehoorders een indrukwekkende speech, maar die bleef voor het grootste deel onbelicht, omdat de persoon van Netanyahu alle aandacht opeiste.
verder dan ooit
Het al sinds 1897 bestaande Joods-Amerikaanse blad Forward legde in meerdere artikelen al de vinger bij de groeiende afstand tussen Netanyahu en een groot deel van de liberale Amerikaanse Joden. ‘De breuk tussen Amerikaanse Joden en de staat Israël is een belangrijk hoofdthema’ op Joodse sociale media, constateerde het blad vorig jaar onder een snoeiharde kop: ‘Netanyahu tegen liberale Amerikaanse Joden: “Val dood.”’
De Amerikaans-Joodse schrijver en hoogleraar Samuel G. Freedman beaamde die groeiende afstand later ook: ‘We zijn nooit verder van Israël geweest dan op dit moment.’ Hij wijt die situatie aan de keuzes van de regering-Netanyahu, waarbij deze vooral kijkt naar manieren om aan de macht blijven.
Zelfs coalitiegenoten die Netanyahu blijven steunen omdat ze niet verwachten winst te hebben bij vervroegde verkiezingen, erkennen de schade die zijn reputatie aanricht. Minister Bennet wil de val van de regering vermijden, maar verraste onlangs met stevige kritiek op Netanyahu’s persoonlijke handelen. Netanyahu’s doen en laten ‘komt niet overeen met de norm die zijn ambt vereist’, aldus Bennet. Hij vertelde hoe tijdens zijn opleiding tot officier in het Israëlische leger – wat Netanyahu ook is geweest – er een tekst uit Rechters 7:17 op de muur stond: ‘Let goed op wat ik doe en doe dat ook’ – een tekst die uitgaat van zuiver leiderschap en geloofsvertrouwen.’ Het lange tijd aannemen van grote sommen geld is niet wat daarbij past’, aldus Bennet.
spagaat
Toch nodigen regeringen en ook Joodse organisaties de Israëlische premier wel uit, al is het soms met enige tegenzin. ‘Ze zitten als het ware in een spagaat’, zegt CIDI-directeur Hanna Luden over die tegenstelling. ‘Wat er ook speelt, hij is wel de premier van Israël. Dus ontvang je hem zoals dat bij de ontvangst van een regeringsleider past’.
Luden wijst erop dat ook in andere landen politici ondanks een besmeurd verleden toch populair blijven. ‘Er is kennelijk wat veranderd in de politieke cultuur.’ Maar sommige organisaties nodigen inmiddels andere sprekers uit. Zoals de Conferentie van voorzitters van Amerikaans-Joodse organisaties. Daar sprak drie weken geleden de Israëlische politiechef Roni Alsheich. Zijn repliek op de schampere opmerkingen van Netanyahu over het politieonderzoek dat naar hem wordt gedaan – ‘Zwitserse gatenkaas’ – was scherp: ‘De wereld van professionele criminelen heeft er altijd een belang bij het publieke vertrouwen in de politie te beschadigen.’ Die schade wordt langzaam maar zeker breder, in de Israëlische samenleving en daarbuiten. Als Netanyahu de enige is die Israël op dit moment kan leiden, hoort zijn leiderschapsstijl kennelijk bij dit land. Niet alleen leidt dat tot hatelijke kritiek van buiten, het begint moreel ook steeds meer te schuren bij hen die het land het goede toewensen. <