Opinie: De omstreden herinnering aan Westerbork

Als het plan doorgaat, wandelen er in de Nacht van de Vluchteling, de nacht van 15 op 16 juni, honderden mensen van Kamp Westerbork naar de stad Groningen. De Nacht van de Vluchteling is bedoeld om aandacht te vragen voor het lot van vluchtelingen.
Volgens enkele Joodse organisaties is het niet gepast om de wandeling te laten beginnen in Kamp Westerbork. In de oorlog was Westerbork een doorgangskamp. Ongeveer 107.000 Joden en 245 Roma en Sinti leefden er in afwachting van hun deportatie naar de vernietigingskampen in Oost-Europa.
Volgens de Joodse organisaties wordt de moord op Joden misbruikt om aandacht te vragen voor het lot van de vluchtelingen. Ze willen dat de wandeling niet in Westerbork begint. Dirk Mulder, de directeur van Kamp Westerbork, is het daar niet mee eens. Hij zegt dat de wandeling geen verband houdt met de Holocaust, maar met de reden waarom het kamp tachtig jaar geleden, in 1939, werd gebouwd: om Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland op te vangen.
liefst vergeten
De ruzie gaat over de vraag, hoe Kamp Westerbork herinnerd moet worden. Die vraag is oud en heeft de gemoederen al vaak beroerd. Er zijn tijden geweest waarin het kamp het liefst vergeten werd. Het Comité Monument Westerbork ging al in 1947 ter ziele, lang voor er een monument in Westerbork werd geplaatst. Het monument kwam er pas in 1970.
In de eerste jaren na de oorlog wilden veel Joden liever niet met monumenten en herdenkingen te maken hebben. ‘Wij Joden hebben geen gedenktekens nodig’, zei de gezaghebbende opperrabbijn Justus Tal in 1948. Tal was nooit in Westerbork geweest. Hij had de oorlog overleefd door onder te duiken bij Cornelis van Gelderen, hoogleraar semitische talen aan de Vrije Universiteit.
Schattenberg
Het bewaren van de herinnering aan Kamp Westerbork werd gehinderd door de verschillende functies die het kamp heeft gehad. Na de oorlog fungeerde het als interneringskamp voor NSB’ers, collaborateurs, zwarthandelaars en andere Nederlanders die in de oorlog fout waren geweest. Vervolgens diende het als kamp voor militairen op herhaling en als opvangkamp voor Indische Nederlanders.
In de jaren vijftig en zestig dacht men bij Westerbork vooral aan de Schattenberg, de naam van het Molukse woonoord dat er gevestigd was. Het was de tijd waarin het land weer werd opgebouwd. Er was weinig behoefte en weinig tijd om nog lang bij de oorlog stil te staan. In de herinnering werd de oorlog versmald tot een strijd tussen goede Nederlanders en de Duitse bezetters, gesteund door een handvol NSB’ers en landverraders. Die strijd was uiteindelijk gewonnen door de goede Nederlanders.
barakken
In dit beeld was nauwelijks plaats voor het lot van de Joden. Het verklaart waarom er naar hedendaagse maatstaven zo weinig gevoelvol met de herinnering aan Westerbork werd omgegaan. De rails waarover de deportatietreinen hadden gereden, werden gebruikt voor het herstel van spoorlijnen elders in het land. Een deel van de barakken waarin de Joden hadden gewoond en gewerkt, werd verkocht aan boeren die ze als veestallen gebruikten. De barak waarin Anne Frank en haar zusje Margot batterijen hadden gedemonteerd, Barak 57, ging in 1958 naar een boer in Veendam.
Vijftig jaar later was dat nauwelijks meer voor te stellen. Toen de barak waarin de zusjes Frank hadden gewerkt in 2010 in vlammen opging, werden er Kamervragen over gesteld. De herinnering aan Westerbork en aan de Jodenvervolging was bijna revolutionair veranderd.
Die ommekeer was begonnen met het boek van Jacques Presser over de vervolging en vernietiging van het Nederlandse Jodendom, Ondergang, uit 1965. Het boek las als een gedetailleerde aanklacht tegen de velen die hadden weggekeken bij of meegewerkt aan de vervolging van de Joden. In de jaren zestig, de tijd waarin de vorige generaties kritisch bekeken werden en alles anders moest, sloeg die boodschap aan. Er kwam meer aandacht voor ‘vergeten groepen’, zoals de Joden, de Roma en de Sinti, en later ook de homoseksuelen. In 1970 onthulde koningin Juliana het Nationaal Monument Westerbork, een stukje spoorlijn met omhoog gebogen rails (foto).
kampcommandant
De behoefte om te herinneren moest nog jaren wedijveren met de drang tot vergeten. Soms werd het pijnlijk. In 1970 kwam er een eind aan het Molukse woonoord Schattenberg op het terrein van het voormalige kamp Westerbork. De dodenherdenking van 4 mei 1971, bij de omhoog gebogen rails, werd verstoord door sloopgeluiden: de keuken en de barakken die er in de oorlog waren neergezet, werden weggehaald. Alleen de villa van kampcommandant Gemmeker bleef staan.
De behoefte om Westerbork te herdenken, op de plek zelf, leefde steeds breder. In 1981 aanvaardde de Tweede Kamer een motie van de CPN, de Communistische Partij Nederland, om er een informatiecentrum te vestigen. Twee jaar later opende koningin Beatrix Herinneringscentrum Kamp Westerbork, waar op 15 juni 2019 de Nacht van de Vluchteling van start zal gaan.
Het is nog wat vroeg om van een ommekeer te spreken. Maar misschien wordt die wandeling later wel gezien als een symptoom van een nieuwe omgang met de Holocaust, zoals eens Jacques Pressers Ondergang. <