Opinie: De minaret roept christenen tot inkeer

De roep van de minaret. Maar weinig christenen in Nederland horen die oproep tot het islamitische gebed, zeker buiten de randstad. Veel christenen willen die oproep niet eens horen. Dat past niet bij de Nederlandse, joods-christelijke cultuur. Het is een vreemd fenomeen.
Toen ik zelf een half jaar in Jordanië woonde, hoorde ik die oproep vijf keer per dag. Wij woonden midden tussen vijf moskeeën in. Dat was overweldigend, soms bedreigend. In ieder geval een bron van ergernis. Zeker om vijf uur ’s ochtends. En toch mis ik die minaret nu ook weleens. Niet omdat ik moslim ben, niet omdat ik nu zo graag vroeg wakker word. Maar omdat het – zoals Kenneth Cragg haarscherp in zijn boek laat zien – ook een teken is dat de kerk gefaald heeft (zie fragment hiernaast). Gefaald in liefde, in zuiverheid en in toewijding.
Vanaf het allereerste begin is de islam geconfronteerd geweest met een christendom dat zijn roeping verzaakte. Christenen dachten Christus een dienst te bewijzen door met het zwaard het kruis aan moslims op te leggen. En dat heeft zich op andere wijze tijdens de koloniale tijd herhaald en voortgezet. Elke keer als ik de oproep tot gebed nu hoor, word ik daaraan herinnerd.
Stel dat de kerk had laten zien wie Jezus werkelijk is. Stel dat de kerk moslims onvoorwaardelijk had liefgehad, met zo’n zuiverheid en toewijding, dat zij in ons iets van Jezus hadden kunnen proeven. Had de islam dan ook zoveel aanhang gekregen? Hadden ze dan ook zo’n vertekend en karikaturaal beeld van Jezus gehad? Is het falen van de kerk niet inderdaad een van de redenen van de opkomst van de islam?
De roep van de minaret is voor mij dan ook een oproep tot inkeer en omkeer geworden, tot terugkeer naar het hart van het evangelie: het kruis van Jezus Christus. Het is een oproep tot verootmoediging en schuldbelijdenis, tot een persoonlijk gebed tot Christus. En het is een oproep tot bekering. Om moslims lief te hebben met dezelfde adembenemende liefde, die Jezus ertoe dreef zijn leven te geven aan een kruis om de wereld met zich te verzoenen.
Ontvang dagelijks een mail met inspiratieteksten en video. U kunt zelf ook meedenken en schrijven. Meld u aan op nd.nl/40dagen. Meepraten op Facebook kan ook: facebook.com/groups/40dagendenken.Vertaalde fragmenten uit ‘De roep van de minaret’ (hoofdstuk IX), Kenneth Cragg, Oneworld Publications (2000).
Een van de factoren die heeft bijgedragen aan de opkomst van de islam was het echec van de christelijke kerk. De kerk heeft gefaald in liefde, in zuiverheid en in toewijding. […]
Dit is vanuit het christelijk geloof bezien de innerlijke tragiek van de opkomst van de islam – het ontstaan en de verbreiding van een nieuw geloof, dat pretendeerde te vervangen wat het nooit werkelijk had gekend. De islam was een vreemde van de Christus van de christenen en die ervaring werd geïntensiveerd doordat het institutioneel christendom in de vaak bittere relaties tussen beide religies de eeuwen door bleef falen in liefde en loyaliteit.
Het is om deze redenen dat de roep van de minaret voor christenen altijd een roep om herstel moet zijn. Zij verlangen ernaar de vervreemding terug te draaien en het verleden recht te zetten door een zo alomvattend mogelijke restitutie van de Christus waar de islam een vreemde voor is. Het doel is niet, zoals de kruisvaarders dachten, terugwinnen wat het christendom is kwijtgeraakt, maar teruggeven aan moslims de Christus die ze hebben gemist.
De opkomst van de islam zal voor het christelijke denken altijd een pijnlijk raadsel blijven. Het ontstaan van zo’n groot fenomeen zal altijd omgeven blijven door een mysterie. Maar de islam is de enige grote post-christelijke religie en als zodanig niet los van de christelijke wereld ontstaan, noch geografisch, noch inhoudelijk. Die christelijke wereld kan zich daarom ook niet zomaar verschuilen voor haar verantwoordelijkheid. […] We zullen ook moeten erkennen dat meer christenen dan alleen de tijdgenoten van Mohammed hun christelijk geloof in opspraak hebben gebracht en de antipathie van de moslim hebben aangewakkerd.
Twee belangrijke voorbeelden zijn hier op z’n plaats. De eerste behoort […] bij het tijdperk van de kruisvaarders. […] het ervaren van de schande daarvan is een erkenning dat de kruistochten een deel van de christelijke geschiedenis vormden die de naam van Christus niet verdienen en die als zodanig verraad betekenen voor de zaak van Christus.
[…]De geschiedenis heeft vervolgens die nalatenschap herhaald. […] Bijna twee eeuwen lang hebben de wetenschap, de industrie en de commercie uit het Westen Azië gestaag doortrokken. Moslims identificeren over het algemeen het christendom met de landen waar [...] de materiële en politieke overheersing vandaan kwam.
Het verleden kunnen we als verleden niet ongedaan maken. Maar een deel van onze huidige plicht is dat we het verleden proberen te corrigeren. We zullen de last moeten dragen van wat de kerk is geweest, of liever wat ze niet is geweest en de last van wat moslims denken waar het christelijk geloof voor staat.

