Opinie: Nog meer argumenten aanvoeren, zet niet aan tot duurzaam leven: met verwondering kom je verder

Mensen zijn zich vaak wel bewust van de gevolgen van hun gedrag voor milieu en klimaat, maar ze zijn minder geneigd hun gedrag te veranderen. Vooral vliegen lijkt een nieuw verworven recht geworden. Over het algemeen wijzen burgers sterk naar de overheid en het bedrijfsleven om duurzamere stappen te zetten. Maar waar een deel van de Nederlanders roept om strengere klimaatmaatregelen, neemt bij een ander deel de scepsis hierover juist toe. Ook is er verschil van mening over het tempo van de maatregelen en de vraag wie wat moet betalen.
Natuurlijk zijn zaken als tempo en kostenverdeling belangrijk, maar uiteindelijk moet de discussie rond het klimaatbeleid draaien om de vraag waar we naartoe willen, wat onze visie en waarden zijn op de langere termijn. Duurzaamheid gaat om een manier van leven die goed is, die vol te houden en veerkrachtig is.
kort geluksgevoel
Een van de dilemma’s waar we dan voor staan, gaat over onze behoeften. Wat hebben we echt nodig? Wat geeft ons welzijn en geluk? Uit onderzoeken is al langer bekend dat, boven een bepaalde ondergrens aan basisbehoeften, een toename in geld en bezit niet meer leidt tot een toename in beleving van geluk. De aankoop van iets nieuws geeft een kort geluksgevoel, maar dat verdwijnt zodra de aankoop weer als ‘gewoon’ wordt ervaren. Toch blijft de boodschap nog steeds: koop, dat maakt u gelukkig. En we gaan er in groten getale in mee.
Maar komt de milieudruk, die samenhangt met de stijgende consumptie, niet als een boemerang in ons gezicht terug door klimaatverandering en de teruggang in biodiversiteit? De opkomst van bewegingen rond ‘ontspullen’ en minimaliseren laat zien dat mensen weer op zoek gaan naar geluk en welzijn door zich alleen te omringen met wat ze echt nodig hebben. Zonder de wurggreep van een hoge hypotheek en andere financiële lasten, krijgen mensen weer ruimte voor andere waarden, voor ontmoetingen, kunsten, zorg voor natuur, inzet voor de maatschappij.
huis of thuis
In de economie hebben vooral materiële zaken een prijs, terwijl met veel immateriële zaken nog nauwelijks rekening wordt gehouden. Wat een huis kost, kun je berekenen, maar wat kost een ‘thuis’? Hoe druk je goede relaties uit in euro’s?
We kijken veelal alleen naar de welvaart, uitgedrukt in het bruto nationaal product, om te bepalen of het goed gaat met een land. Er wordt zelfs op gestuurd. Maar het bnp is niet meer dan de optelsom van financiële transacties en zegt niets over de immateriële waarde daarvan.
Om de economische cijfers minder centraal te stellen en welvaart breder op te vatten, heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2018 de Monitor Brede Welvaart gepresenteerd. Dit is een grote stap in de goede richting. Een paar kanttekeningen zijn nodig. In deze monitor wordt een stijging in consumptie nog steeds automatisch aangemerkt als stijging in kwaliteit van leven, wat ik serieus wil bevragen. Zolang we geen circulaire economie hebben, leidt meer consumptie ook tot een hogere milieudruk. Daarbij, als de welvaart stijgt maar tegelijkertijd de ongelijkheid toeneemt, stijgt ook het risico op armoede en sociale uitsluiting.
Om de klimaatverandering een halt toe te roepen en de veerkracht van de natuur te laten toenemen is meer nodig dan een pakket maatregelen op de korte termijn. Het vraagt om een systeemverandering. Dat is niet gemakkelijk, omdat het ingaat tegen de gangbare gerichtheid op het eigenbelang, kortetermijndenken en materialisme. Hoe kom je daar?
En hoe houd je dat vol? Alleen door duurzaamheid na te streven vanuit onze diepste drijfveren.
hoop
In de maatschappij en ook in de christelijke gemeenschap, is een grondige bezinning nodig op keuzes die we maken. We moeten onderzoeken vanuit welke drijfveren we kiezen en serieus nadenken over de consequenties van die keuzes op de veerkracht van de aarde en onze medemens. Als we ons willen laten inspireren door het koninkrijk van God, gaan we voor een ander perspectief: dat van de hoop.
Ik denk dat we daarvoor uit onze denkcirkels moeten stappen en moeten uitzoomen door ruimte te geven aan verwondering en schoonheid. De uitgangspunten voor duurzaamheid die we als ChristenUnie hebben geformuleerd vanuit de Bijbel, moeten zakken naar ons hart.
Onze zintuigen kunnen ons helpen: ogen om de rijkdom van de natuur binnen te laten komen; oren om te luisteren naar de verhalen van mensen; reukzin, tastzin, ze laten een andere kant van de werkelijkheid zien. In Psalm 8 kijkt David naar de sterren aan de hemel en hij raakt diep onder de indruk van de grootheid van God. Het is diepe verwondering die hem laat uitroepen: wie ben ik nu eigenlijk, als mens? God, wat bent U groot! Wat is alles uitzonderlijk goed gemaakt. Wanneer we vanuit die verwondering naar de wereld kijken, begrijpen we de werkelijke waarde van biodiversiteit en krijgen kille cijfers een gezicht. Het is nodig uit onze kortetermijn- en zelfgerichte systemen te stappen om samenhang te zien tussen economische en ecologische waarden, tussen internationale handel en de effecten daarvan op de kwaliteit van leven van mensen elders op de wereld.
Met de Franse socioloog Bruno Latour ben ik van mening dat nóg meer redeneren, nóg meer cijfers, nóg meer argumenten niet veel zal veranderen. Er is een nieuwe, andere gevoeligheid nodig. Wanneer we steeds teruggaan naar de verwondering, beseffen we wat het betekent dat we verbonden zijn met anderen en met de aarde. Verwondering geeft ruimte en betekenis aan begrippen als liefde en hoop. Het is een voorwaarde om de focus te kunnen verschuiven van kwantiteit naar kwaliteit. Zonder verwondering wordt beleid een systeem, worden mensen cijfers en dieren slechts productiefactoren. Verwondering geeft ruimte aan menselijkheid, respect en dankbaarheid. Als we de kunst tot verwonderen zijn verloren, moeten we ons er weer in oefenen. Elk kind kan het.
dit moet stoppen
We overschrijden de grenzen van de draagkracht van de aarde. Dit moet stoppen. Op vrijwillige basis werken verschillende bedrijven mee aan een manier van produceren die rekening houdt met de belangen van arbeiders en de natuur. Dit is een goed streven, maar het gaat niet snel genoeg. Om productiesystemen te veranderen, moet er van buitenaf, door de politiek, duidelijke grenzen worden gesteld en gehandhaafd, zoals het invoeren van een CO2-beprijzing. Wanneer CO2 een prijs heeft, betaalt de grootste gebruiker ook het meest. Bedrijven die veel CO2 uitstoten, krijgen een extra prikkel om te zoeken naar alternatieven zonder uitstoot van CO2.
eerlijk loon
We moeten de werkelijke kosten van producten en diensten gaan berekenen. Ook zaken als eerlijk loon, het ontbreken van kinderarbeid en zorg voor de natuur dienen in de prijs te worden mee berekend. Deze financiële prikkels helpen om de verantwoordelijkheid niet af te schuiven naar anderen en de toekomst, maar deze voluit zelf te nemen. Wanneer we alle sociale en milieukosten verrekenen in de prijs van een product, wordt het financieel aantrekkelijker om duurzaam te produceren. Het kan zo ook een aanjager worden voor een circulaire economie, waarbij verspilling wordt teruggedrongen en grondstoffen worden hergebruikt. Omdat de externe kosten niet langer worden afgewenteld op de samenleving, zullen de maatschappelijke kosten uiteindelijk afnemen.
Volwaardige politiek vraagt lef om radicaal te kiezen om tegen de stroom in te roeien. Of, zeg ik toch wel hoopvol, er zijn inmiddels al veel stenen in het water gegooid. De maatschappij verandert langzaam haar stroomrichting. Het is nu tijd om gezamenlijk na te denken wat voor samenleving we zouden willen zien en te koersen op een duurzame samenleving.
Voor mij is het helder. We moeten zoeken naar kwaliteit van leven voor mens, natuur, de hele aarde. Dat betekent radicaal kiezen voor beperking van consumptie, duurzame productiewijzen, eerlijke handel, beprijzen van alle kosten, het serieus meenemen van natuurwaarden en een veel grotere nadruk op immateriële waarden.
Dit is een ingekorte versie van de Groenlezing 2019, donderdagavond uitgesproken op een bijeenkomst van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.