Opeens besef ik waarom dementie me zo aangrijpt. Het is de herkenning. Ik ben 27
Opeens besef ik waarom het serieuze onderwerp dementie me zo aangrijpt. Herkenning – het toverwoord is herkenning. Ik ben 27.
In september waren er de Leidse Ouderengeneeskundedagen, een symposium voor (gespecialiseerde) artsen die zich willen bekwamen in de zorg voor ouderen – of senioren, zoals ik het liever zou willen noemen.
Ik moet eerlijk bekennen: ik ben niet geweest. Ik zou namelijk in het weekend vooral bezig zijn met ontspanning en daarvoor had ik toch echt twee dagen voorbereiding – die donderdag en vrijdag – nodig. Investeren in jezelf, zoals het een millennial heden ten dage toekomt.
Nochtans trokken de Leidse Ouderengeneeskundedagen mijn aandacht. Niet louter omdat enkele collega’s zich onder de aanwezigen hadden geschaard, maar ook omdat mij aan het programma opviel dat op het symposium voornamelijk lichamelijke klachten bij senioren de aandacht kregen. Geheel begrijpelijk, natuurlijk, met het oog op de doelgroep van het evenement.
‘Maar ... maar ... eh ...’ Ik ben vergeten wat ik wilde schrijven. Instinctief grijpt de twijfel me naar de spreekwoordelijke keel en zoek ik naar de website van Alzheimer Nederland – mede op advies van een collega na het uiten van mijn oprechte onzekerheid.
280.000 mensen
‘In Nederland hebben ruim 280.000 mensen dementie; onder deze gevallen komt de ziekte van Alzheimer het meeste voor. Na longkanker en hartfalen is dementie de snelst groeiende doodsoorzaak in Nederland, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Na het krijgen van de diagnose leven mensen met dementie gemiddeld acht jaar met de ziekte.’ Zo. Dát zijn nog eens gegevens.
Schichtig klik ik door naar de symptomen van dementie. Ooit zijn ze weleens behandeld in de collegezaal, maar u kunt wel raden wat er intussen met die informatie is gebeurd. Ik pak pen en papier en vink op het lijstje aan wat op mij van toepassing is: ‘Vergeetachtigheid – check, problemen met dagelijkse handelingen – halve check, vergissingen met tijd en plaats, mobiele telefoon, taalproblemen, kwijtraken van spullen – dubbel check, slecht beoordelingsvermogen – driedubbel check.’ En toch ... de plaatjes op de website doen vermoeden dat de stichting niet is opgezet voor de leeftijdscategorie van mij en mijn collega’s. Vanwaar dan toch die opdoemende interesse in dergelijke seniorenkwalen?
‘De toenemende vergrijzing’, legt de website mij uit. Maar met deze verklaring alleen neem ik geen genoegen. Ik staar naar de zwartkleurige trui die ik vandaag heb aangetrokken. Opeens besef ik waarom het serieuze onderwerp dementie me zo aangrijpt.
Herkenning – het toverwoord is herkenning. En misschien ook wel een beetje voorzichtigheid met het oog op de toekomst.
Opeens ga ik meer letten op het brood dat op mijn bureau ligt, de houdbaarheid van de verdwaalde sinaasappels in mijn rugtas. Ik tel de dagen terug dat ik voor de laatste keer ben gaan hardlopen. ‘Terechte gedachtenspinsels’, zo lees ik op de website. Maar de geruststelling is desondanks nog ver te zoeken, zeker omdat ongeveer 12.000 mensen in Nederland jonger dan 65 jaar dementie blijken te hebben. De toekomst is dichterbij dan je denkt, al zou ik dat met mijn 27 jaar liever anders zien.
Gelukkig, de oorzaken van vergeetachtigheid zijn verschillend, zo maak ik op uit het laatste tabblad dat ik open. Wanneer iemand te weinig prikkels krijgt, wordt het geheugen te weinig gestimuleerd. Hierdoor kan het geheugen afnemen. Ik besluit dat bepaalde activiteiten, zoals mijn weekendpreparatie, de boosdoener zijn van mijn terugkerend zoeken naar namen, tijden, plaatsen en dingen. ‘Kan gebeuren’, mompel ik in mijzelf. En gebeuren doet het.
Vrijdagmiddag. Ik sluit de webpagina’s van de Leidse Ouderengeneeskundedagen en Stichting Alzheimer Nederland af. De muziekoortjes gaan in, de werkkamerdeur op slot. Nog geen stap buiten bedenk ik dat ik een manuscript de deur uit had moeten doen. ‘Kan gebeuren!’, zo vrolijk ik mezelf weer op. Door de oortjes heen beaamt Elvis mijn opbeuring, al voegt hij eraan toe dat hij er al die tijd wél aan gedacht heeft. Enfin, maandag maar weer even checken. <