Francisca van Dalen: Gelegaliseerde criminaliteit, dat zijn loterijen eigenlijk

‘Zijn wij zo arm dat we een kraslot nodig hebben?’, vroeg mijn tienjarige bezorgd. Ernstig keek ze naar het vodje papier op de wasmachine, met het weggekraste grijze laagje, waaronder ‘£20’ in koeienletters stond.
Ik legde haar uit dat het geen kraslot was, maar reclame van onze olieleverancier. Waar wij wonen, hebben de meeste mensen een flinke kerosinetank in de voortuin, waarmee het huis verwarmd wordt. We hadden die met het oog op de naderende brexit tot het randje toe laten vullen, zodat we even vooruitkunnen als de prijzen gekke dingen gaan doen na een no-dealbrexit. Die lijkt nu van tafel – maar niemand gelooft hier nog iets wat politici zeggen.
De olieleverancier wilde ons verleiden om vaste klant te worden en bood ons een korting van £20 op onze volgende tank. Dat is iets van twee procent, dus zo heel erg was ik niet onder de indruk.
Maar ik was er wel van onder de indruk dat mijn kleine meisje wist wat een kraslot was en feilloos de link wist te leggen met armoede.
Dit is de tijd van het jaar waar veel arme mensen erg tegen opzien. Het wordt koud, dus het huis moet verwarmd. Kinderen moeten nieuwe winterkleren. De Kerst komt eraan, dus er moeten cadeautjes gekocht worden – dure cadeautjes, want de lat ligt hoog in Engeland. Wat is er pijnlijker dan zien dat jouw kind een kleinigheidje krijgt, maar al zijn vriendjes de snelste spelcomputers met VR-headsets en de laatste modellen smartphones? Dus ouders storten zich in de schulden, die de rest van het jaar afbetaald moeten worden. Dan is zo’n kraslot verleidelijk.
Ik liep er van de week nog langs in de stad: zo’n loterijkantoor, waar een groep immigranten driftig zat te krassen aan een tafeltje. Ertegenover was een gokhal, vol fruitmachines en flipperkasten. Ook daar komen voornamelijk arme mensen – mensen die door hun economische situatie kwetsbaar zijn voor leugens, die ze wel zouden kunnen doorzien als ze dat probeerden, maar die net te aantrekkelijk zijn om niet te willen geloven. Je zou zomaar in een klap rijk kunnen zijn, vandaag ...
Ik heb dan ook weinig sympathie voor clubs als de Staatsloterij. Het is een belasting vooral voor arme mensen. Het is een vorm van misbruik maken van iemands kwetsbaarheid, of in sommige gevallen van iemands domheid. En in bijna alle gevallen van iemands hebzucht.
Ja, sommige mensen worden er rijk van, maar dat zijn vooral de verkopers en maar heel zelden de kopers van de loten. De goede doelen die ook een graantje meepikken, zijn daarbij vooral een afleidingsmanoeuvre.
Ik kom regelmatig in de kathedraal van Canterbury, die op het moment een grootscheepse renovatie ondergaat. En wie sponsort dat onder andere? De Nationale Loterij. Een kerkrenovatie wordt meebetaald door mensen die uit wanhoop, domheid of hebzucht hun – vaak laatste – centen geven aan deze gelegaliseerde vorm van criminaliteit.
Ik begrijp het wel. Als het geld je onder de neus gewreven wordt, dan wankelen principes, zowel van kleine mensen als van grote kerken. We hebben eigenlijk allemaal een soort renovatie nodig.