Stel je voor dat bij de volgende koningslunch de ‘nobodies’ en ‘nullen’ mogen aanschuiven

Geachte majesteit, beste koning,
De tijd vliegt. Vorige week was het alweer tien jaar sinds uw inhuldiging en vierden we uw 56e verjaardag. Van harte gefeliciteerd! Ik gun u nog vele jaren in nabijheid van uw geliefden en in dienst van Nederland.
Dat gezegd hebbende, lijkt het mij goed om maar gelijk mijn kaarten op tafel leggen: net als veel van mijn generatiegenoten heb ik niet zoveel op met onze monarchie. Enerzijds voel ik iets van medelijden: ik en anderen verwachten vaak zoveel van u, terwijl u in de Nederlandse bestuurlijke praktijk maar weinig verschil kunt maken. Anderzijds zou ik dat laatste waarschijnlijk ook niet willen. Een koning met echte, harde macht? Dat is weinig egalitair en al te ondemocratisch.
Toch leek het mij mooi om u te schrijven. Ik herken namelijk juist in mijn weerstand een mogelijke meerwaarde van het koningschap.
Als jonge Nederlander in een hoogopgeleide bubbel ligt de wereld aan mijn voeten. Nagenoeg alles is op afroep beschikbaar. Nagenoeg alles voegt zich naar mijn behoeften. En dan bent u daar: gegeven zonder dat ik daarom gevraagd heb, een ongekozen persoon met een rol en positie boven mij, een zichtbare herinnering aan de grenzen van mijn macht en zelfbeschikking. Natuurlijk, als bescheiden constitutioneel monarch zal u deze grenzen niet moedwillig testen - en gezien uw populariteitscijfers lijkt mij dat verstandig beleid. Maar ook binnen die kaders bent u een vingerwijzing naar die gans Andere die over ons gesteld is, die ons werkelijk grenzen stelt als Vorst van het eeuwig koninkrijk.
Omdat er nog maar weinig van zulke vingerwijzingen over zijn, is het volgens mij de moeite waard te kijken hoe u dit aspect nog meer kunt laten functioneren in uw koningschap. De lunch ter gelegenheid van uw tienjarig koningschap heeft mij op een idee gebracht.
In de bijbel, om precies te zijn in Lucas’ evangelievertelling, staat het volgende onderwijs van Jezus: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren. Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug. Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’
Anders gezegd: een feestmaal wordt al snel een feest van zien en gezien worden. Van rijkdom, status en de juiste prestaties en relaties. Als ik jou uitnodig, bewijs jij mij dan dezelfde dienst? Zo’n feest maakt niet gelukkig, want uiteindelijk draait het alleen maar om jouzelf en jouw eigen prestige.
uitdagender ideaal
Koning, ik vind het prachtig dat u uw feestelijke lunch gebruikt heeft om anderen in het zonnetje te zetten: mensen die een tien verdienen omdat ze van betekenis zijn voor anderen. Mensen die wij als samenleving waarderen, en vaak terecht. Hiermee laat u zien dat het in onze samenleving niet alleen om eigen prestige moet gaan, maar om dienstbaarheid.
Tegelijkertijd zijn het, net als bij uw vaste ‘uitblinkerslunch’, nog altijd de toppers die aan tafel mogen, de ‘tienen’. Jezus houdt een uitdagender ideaal voor: ‘nodig de armen, kreupelen, verlamden en blinden uit’. Dat zijn de mensen van wie de samenleving meestal denkt dat zij niet zoveel toe te voegen hebben. De mensen die buiten spel staan, de nobodies, de nullen. Bij God staan juist zij op de eerste plek. En een samenleving die God daarin volgt en zich niet blind staart op status en prestaties, die is pas echt gelukkig.
Als ik zo vrij mag zijn om een suggestie te doen: nodigt u bij een volgende feestelijke gelegenheid eens deze mensen uit. De haveloze daklozen, de kampbewoners die leven van niets dan een uitkering, de statusloze statelozen. De mensen waarvan wij meestal denken dat zij niet zoveel toe te voegen hebben. Dan doet u gans anders, als zichtbare vingerwijzing naar die werkelijk gans Andere. En wie weet blijkt Jezus gelijk te hebben, en wordt u er zelf uiteindelijk ook echt gelukkiger van. Ik kijk er in ieder geval naar uit.
Tot die tijd verblijf ik hoopvol hoogachtend, en natuurlijk met hartelijke groet, uw onderdaan.
Pieter Dirk Dekker schrijft deze theologenblog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen | Utrecht.