Veiligheid zoeken vanwege oorlog: asielzoekers zijn van alle tijden, maar andere terminologie zou beter zijn

Asielzoekers tref je eveneens aan in het Oude Testament. Vaak gaat het om mensen die in hun eigen land op de vlucht slaan, omdat iemand hen al dan niet terecht naar het leven staat. Zij kunnen een veilig onderdak krijgen in een van de zes vrijsteden en daar wachten op een rechterlijke uitspraak. Of zij proberen zich in veiligheid te stellen bij het altaar in Gods heiligdom.
brede betekenis
Tegenwoordig heeft ‘asielzoekers’ in het dagelijks spraakgebruik een veel bredere betekenis. De term slaat dan op alle mensen aan die zonder visum een ander land binnentrekken en proberen daar te blijven. Velen van hen zijn op de vlucht voor oorlogsgeweld, of omdat zij om andere redenen in eigen land hun leven niet zeker zijn. Anderen lopen geen levensgevaar, maar zoeken elders naar een veel beter bestaan dan ze in hun geboorteland kunnen krijgen.
Het is van belang die verscheidenheid te laten doorklinken in het taalgebruik. Het Oude Testament kan je ook leren welke grote invloed woorden kunnen hebben. In de psalmen vind je vele klachten over boosaardige mensen die juist met hun mond en tong de gelovigen belagen. Woorden kunnen dodelijk zijn.
gelukzoekers?
Dat dodelijke gevaar doet zich voor als je alle asielzoekers van tegenwoordig aanduidt als ‘gelukzoekers’. Dat woord suggereert dat het leven van deze mensen niet in gevaar is. Alsof ze alleen maar naar een ander land willen om daar gemakkelijker rijk te worden. En dus, zo concludeert men dan, hoeven we onze handen niet uit te steken, wanneer zij in problemen komen.
Misschien zitten in de overvolle bootjes en in de vluchtelingenkampen ook van zulke gelukzoekers. Zelfs als dat het geval is, is dat geen enkele reden om hen niet te helpen. Als christenen dat niet beseffen, hebben ze niets van het evangelie begrepen. Daarin staat immers juist centraal dat God ons redt uit een nood waarvan zeker is dat wij daarin door eigen schuld zijn terechtgekomen.
nieuwe woorden
Veel minder gevaarlijk is het alle asielzoekers aan te duiden als mensen die op de vlucht zijn voor dodelijke bedreiging. Maar ook daar kleeft een risico aan. Wie voor deze mensen opkomt, doet zonder meer een goed werk. Dat neemt niet weg dat op ons allemaal de plicht rust recht te doen aan de feiten, ook in ons woordgebruik. Zo niet, dan boeten onze woorden in aan gezag. Dat is schadelijk voor het draagvlak dat nodig is om daadwerkelijk en structureel hulp te blijven bieden.
Misschien is het daarom beter een iets neutralere terminologie te kiezen. ‘Vreemdelingen zonder visum’ lijkt me een bruikbare term. Dat kun je ook nog mooi afkorten als ‘v.z.v.-ers’. Vervolgens kunnen de daartoe bevoegde instanties uitmaken tot welke categorie deze of gene v.z.v.-er behoort. Zodat er aan iedereen recht gedaan wordt en allen veilig kunnen leven.
De auteur is hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Kampen en de Faculté Jean Calvin in Aix-en-Provence. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.

