Bonhoeffer wijst zoekende christenen de weg

Wat er gebeurt in missionaire gemeenschappen en wat kerkplanters ervaren, laat zien waar we als christenen in Nederland allemaal mee te maken hebben. Missionaire projecten confronteren je hoogstens op een intensievere manier met de realiteit van ons allemaal: hoe ben je vandaag in Nederland christen, en hoe deel je het evangelie met wie nog niet in Jezus geloven?
Daarom was het een boeiende promotie afgelopen vrijdag 1 april aan de Theologische Universiteit in Kampen. Annemiek de Jonge promoveerde op haar onderzoek naar wat mensen uit de praktijk van missionaire gemeenschappen vinden, over heil en verlossing, over kerk en gemeenschap. Ze deed onderzoek op twee plekken, bij gemeenschappen verbonden met ‘Nederland zoekt…’ en met ‘Urban Expression’. Zo haalde ze uit de praktijk op hoe daar gedacht wordt en tegen welke spanningen je in die praktijk oploopt. Het lezen van haar boek Als een madeliefje tussen de straatstenen prikkelt tot theologisch verder denken.
Vragen die door de moderne theologie gesteld zijn, worden ook de vragen voor ‘practitioners’, beoefenaars, in missionaire gemeenschappen. In een post-christelijke context lijken de dingen die in het verleden vaak gezegd zijn, uitgewerkt. Het is alsof Europeanen die leven op de resten van eeuwen christendom een immuniteit voor het evangelie hebben opgebouwd. En wat er van het christendom overgebleven is en we positief waarderen, verwijst niet meer naar God. Of los van God worden het noties waardoor het bekende verhaal van vroeger vragen of zelfs weerstand oproept, ook bij de ‘practitioners’. We willen niet negatief doen of mensen een schuldgevoel aanpraten. En als God kan vergeven, waarom dan langs de weg van verzoening door voldoening?
overbodig
Het is makkelijker om samen iets goeds te doen en het samen goed te hebben, dan op een ontspannen manier God ter sprake te brengen. Maar dat je goede dingen voor anderen doet, verwijst niet vanzelf naar God. God is overbodig geworden, lijkt het wel. Mede dankzij ons christelijk verleden wordt inclusiviteit hoog gewaardeerd in onze wereld: er moet ruimte zijn voor iedereen. Maar hoe geef je dat ideaal een plek in een christelijke missionaire gemeenschap? Toewijding aan Jezus Christus is toch wel belangrijk voor een christen, en wat doe je dan als iemand graag meedoet maar eigenlijk niet echt iets met Jezus heeft? Het blijkt dat we het lastig vinden om grenzen te trekken.
Daarnaast is het ook voor christenen niet makkelijk om te gaan met tegenvallers, met het verschil tussen ideaal en werkelijkheid. Christenen hebben vaak hoge idealen, maar hoe leef je daarmee op een gezonde manier? Geloof is een optie geworden in onze wereld, ontmoetingen met niet-christenen zetten je eigen geloof onder druk. En dus is goede theologische reflectie van belang, om allerlei alledaagse ervaringen steeds weer te verbinden met God.
Bonhoeffer
In de predikantsmaster lees ik met studenten nu al een aantal jaar stukken uit de brieven die de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer schreef tijdens zijn gevangenschap (verzameld in Verzet en overgave). Bonhoeffer vraagt zich daarin af hoe Christus van betekenis kan zijn voor de religieloze mens. Vervang ‘religieloos’ door ‘post-christelijk’, en de zoektocht van Bonhoeffer is vandaag nog steeds buitengewoon herkenbaar. Voor het doordenken van de vragen die het boek van De Jonge oproept, is Bonhoeffer een belangrijke gids.
Zoekend en tastend wijst hij een weg. Die weg blijkt vandaag ook inspirerend te zijn, valt mij steeds weer op. Bonhoeffer benadrukt dat het belangrijk is om als gelovigen het geheim van het geloof te bewaren, de christelijke taal te blijven spreken in de kerk, te blijven bidden, de liturgie te blijven vieren. Ondertussen moeten we misschien maar accepteren dat we even geen goed verhaal hebben dat gemakkelijk overkomt, en dat we met de grote woorden uit de Bijbel moeilijk aansluiting vinden bij niet-christenen. Zo is het, maar des te meer is het voor ons de taak om te zoeken wat die grote woorden uit het evangelie vandaag betekenen. Steeds kunnen we wel ons houvast vinden bij Jezus Christus, mens geworden, gekruisigd, en opgestaan. Vooral die kruisiging is belangrijk: daar waar God verborgen is en toch aanwezig, waar God in het lijden te vinden is, en waar wij leren om net als God te lijden met en voor anderen. En waar wij nog geen woorden hebben, rest ons de liefde: onder de mensen aanwezig zijn, dienen en het goede doen. Dit alles in het vertrouwen dat het evangelie echt goed nieuws is en er wel tijden zullen komen dat de kracht ervan weer zal blijken.
Hans Burger is universitair hoofddocent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.