Het woord ‘kerk’ onderweg naar minachtend achtervoegsel in de Tweede Kamer
Wie in de Tweede Kamer luistert, kan horen hoe de inhoud van een woord als kerk binnen het Nederlands verschuift.
Woorden hebben stuk voor stuk hun eigen geschiedenis, natuurlijk. Zo kun je begrijpen dat kerk en kurk ondanks hun gelijkenis twee verschillende verledens hebben. Kerk heeft Griekse roots met een betekenis die verband houdt met het woord kurios, ‘heer en meester’, eventueel met hoofdletter ‘Heer’. Kurk mag erop lijken, het bezit een relatie met het woord voor ‘schors, bast’ (cortex) en is dus inderdaad iets heel anders.
Tussen en binnen talen variëren de uiterlijke vormen – ons kerk wordt dus net even anders uitgesproken dan het Engelse tsjurtsj (church), ons kurk klinkt over de Noordzee als kork (cork).
> Vorige week was ik echt heel blij, want het CDA, nota bene een coalitiepartij, weliswaar van de coronakerk, stemde toen vóór een mot..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .