Als je tot geloof komt, gaat het niet alleen om wie je bent, maar ook over de plek waar je leeft

Hans Burger is universitair hoofddocent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.
Een paar weken geleden zijn wij verhuisd. Niet langer woon ik in Kampen, de plaats waar ik met een onderbreking in Friesland ongeveer twintig jaar heb gewoond. Nu ik er weg ben, merk ik hoe ik daar geworteld ben geraakt. Nu woon ik op een nieuwe plek, in een nieuwe omgeving waar alles nieuw is en waar ik geen herinneringen heb liggen. De plaats waar je geworteld bent, is de plaats waar je je thuis voelt.
Kort na onze verhuizing zijn we aan de Theologische Universiteit Kampen gestart met een specialisatie over ecologische theologie. Wanneer je kiest voor zo’n nieuwe invalshoek in de theologie, lichten er nieuwe thema’s op, of je ontdekt blinde vlekken van de theologie tot nu toe. ‘Plaats’ is zo’n thema. In de theologie is wel veel aandacht voor de menselijke natuur, die goed geschapen is, maar daarna in zonde gevallen. In theologie en filosofie is veel aandacht voor de mens als persoon, als subject, of als individu. Minder is er nagedacht over de plaats waar die personen leven. In de negentiende en twintigste eeuw gebeurde dat wel, maar in verbinding met nationalistische en racistische motieven van ‘Blut und Boden’.
schuilen
Je zou een theologie van ‘plaats’ kunnen ontwikkelen.
Toch moet ‘plaats’ wel een theologisch thema zijn. Jezus als onze plaatsbekleder geeft ons niet alleen onze identiteit terug, maar ook een plaats om te leven in Gods nabijheid. ‘Plaats’ heeft alles te maken met noties als geborgenheid en veiligheid: ellende betekent dat je ver van huis in verlorenheid leeft, in Christus krijg je een plaats om te schuilen en kom je weer thuis. Dat gaat niet alleen om wie je bent, maar ook waar je leeft. Ons vooruitzicht is dat er in Gods vrederijk een einde komt aan de verbanning uit de tuin van Eden en aan de ballingschap ver van het beloofde land.
Vanuit dit thema zijn allerlei Bijbelse lijnen te trekken en zou je een theologie van ‘plaats’ kunnen ontwikkelen: mensen zijn door God geplaatst in de veilige tuin van Eden, in zijn aanwezigheid. De keus voor zonde betekende verbanning uit ons thuis bij God. Sindsdien zijn we vreemdelingen op aarde, ook als mensen steeds weer proberen een thuis voor zichzelf te scheppen: een eigen huis, een plek onder de zon. Israël kreeg een plek in het land Kanaän, maar opnieuw volgde een ballingschap. Nog steeds verlangen de Joden naar de vervulling van Gods belofte, dat ze in hun eigen land in vrede kunnen leven.
Vanuit Jezus Christus en vanuit Israël is er reden om kritisch te zijn op een al te simplistische plaats-theologie. Mensen hebben buiten de tuin van Eden toch behoefte aan een veilige plaats voor zichzelf. Zomaar wordt die plaats een plek waar wij ons nieuwe Babel bouwen, een stad waar wij ons ding doen en alles wat vreemd is het liefst buiten de deur houden. De plaats van het ‘zijn in Christus’ staat haaks op zulke mechanismen van ongastvrijheid en uitsluiting. De problematiek van de ecologische crisis werpt een ander licht op deze vragen en geeft ze extra urgentie. We zijn niet alleen vergeten dat menselijk leven geworteld is op een plaats, maar ook dat wij mensen zelf uit de bodem genomen zijn en leven van wat de akker opbrengt. Het levensgevoel van de moderne stad zit ons in de weg: leven als individu, zonder binding aan een plek, dankzij ons vervoer mobiel, dankzij internet met de hele wereld verbonden, met dicht getegelde tuinen en rolluiken voor de ramen.
binding kwijt
In onze verstedelijkte manier van leven zijn we onze binding aan een plaats verloren, maar ook vervreemd geraakt van het agrarische leven uit de wereld van de Bijbel. We zijn vergeten dat de bodem als het ware de levende huid is van de aarde. Wil de aarde niet veranderen in een uitgeputte, verdorde woestijn, dan moeten we zorgen voor die bodem. Het ecosysteem waarvan we zelf deel uitmaken is onlosmakelijk verbonden met de bodem, waarin al het aardse leven geworteld is. Die bodem zelf is vol van leven. Ook als je, zoals ik, woont in de stad, is het belangrijk om de plaats waar je leeft en de bodem waarvan we leven, opnieuw te ontdekken.
Gelukkig hield de vorige eigenaar van ons huis van tuinieren en van insecten. Om ons heen is het groen, bloeien de bloemen, en vliegen de vlinders. Het lijkt een prima plek om opnieuw te wortelen. <