Dat wat de koning in 1862 heeft toegezegd, moet door de koning in 2021 alsnog worden nagekomen

Op 1 juli 1863 werd de slavernij in de kolonie Suriname bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1862 voor altijd afgeschaft. Op deze dag kreeg de ‘slavenbevolking van Suriname’ voor het eerst mensenrechten en plichten. Een van de rechten was het recht op welzijn. In dit recht is het recht op een vorm van herstelbetalingen verdisconteerd. ‘Dusdoende zult Gij het mij gemakkelijk maken, de wijze bedoelingen des Konings voor Uw toekomstig welzijn ten uitvoer te leggen.’ Zo luidt de officiële tekst van de proclamatie, gericht aan de ‘slavenbevolking van Suriname’, die door de gezant van de koning in Suriname werd bekendgemaakt.