Wordt het tijd voor christelijke dierenemancipatie? Zeggen we over vijftig jaar ‘dat we dat niet zagen’?
Als student in Kampen was het eten van vlees iets doodgewoons. Een vegetariër, dat was iets buitenissigs. Stadse fratsen. Het deel van de menukaart dat bij voorbaat afviel.
Ik weet nog hoe wij een docent die vegetarisch was uithoorden alsof hij van een andere planeet kwam. Om na afloop hoofdschuddend de volgende frikandel naar binnen te schuiven. Wij vonden het ook gewoon niet cool, niet masculien. Ook theologisch leek er weinig aan de hand met onze visie. Wij dienden een God die zijn hand niet omdraait voor een lam meer of minder. Druipt het ossenbloed niet van de trappen van zijn tempel? De Heiland zelf bakt een visje aan de oever van het meer (Johannes 21). En Paulus schaart het eten van vlees onder de adiaphora, de dingen die buiten goed en fout vallen (1 Korintiërs 8). Als goed geschoolde theologen ging onze rechtvaardiging natuurlijk verder dan wat losse bijbelteksten. Nee, hieronder ligt een..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .