Het ambt en de idealen van twintigers, dertigers en veertigers
De afgelopen twintig jaren hebben kerkenraden zelf het werk van ouderlingen zwaarder, omvangrijker gemaakt. Ik ben sinds 1997 dertien jaar ouderling geweest in drie termijnen in dezelfde gemeente. Deze gemeente is in die tijd van ruim 400 leden gegroeid naar ongeveer 750. Het betekende meer werk voor ambtsdragers, vooral omdat de kerkenraad ervoor koos zelf niet groter te worden. Er gebeurde in die tijd meer, dat wellicht van grotere invloed was op wat er op ambtsdragers is afgekomen. De raad hief de oudervereniging op. Deze zelfstandige vereniging zorgde voor het kinder- en jeugdwerk. De raad verdeelde de gemeente in kringen. Hierdoor werden de zelfstandige mannen- en vrouwenverenigingen opgeheven.
Het opheffen van de oudervereniging en mannen- en vrouwenverenigingen betekende dat de raad verantwoordelijk werd voor zaken die onafhankelijk van ambtsdragers werden gedaan. Het organiseerde zich min of meer vanzelf in de vorm van zelfsturende teams. Nu werd de opvolging van het verenigingsleven onderwerp op de kerkenraadstafel; het aantal commissies verdubbelde of verdrievoudigde. Sociale cohesie werd een belangrijk onderwerp op de kerkenraadstafel.
Sinds 2000 is er elke zes tot zeven jaren een visietraject. Meer werd op kerkenraadsniveau georganiseerd. De kerk groeide van een eenvoudige platte organisatie naar een gelaagd model met een kerkenraad, een gemeenteteam, een pastoraalteam en commissies. Meer overleggen, meer niveau’s, ..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .