Straf en corona zijn twee dingen die we niet in een adem van gebed kunnen noemen
Waarde broeder Henk, Ik heb je preek gelezen (Gods toorn en de coronacrisis, ND 28 december). Ik werd er door geraakt. Maar het moet gezegd, ik heb er niet onder kunnen buigen. God straft mij niet met corona. Tot nu toe dan.

Een bord met informatie over mondkapjesplicht tegen het coronavirus in het centrum van Rotterdam.
(beeld anp / Sander Koning)En toch bid ik Psalm 6 met je mee. Dat komt omdat ik die van mijn moeder heb geleerd. Ik was achttien en zij al jarenlang ziek. Blind en bedlegerig in de huiskamer door de kanker. Ik speelde orgel. ‘Wil je Psalm 6 spelen’, zo vroeg ze. ‘Vergeef mij al mijn zonden/ die uwe hoogheid schonden/’. Wat had mijn lieve moeder dan misdaan om op 46 jarige leeftijd dood te gaan?! In haar eigen woorden: ik heb de eer van God geschonden, ik liep mijn weg bij eigen licht. Ik ga sterven. En toen was er nog geen corona. En toch sterven. Dat is de straf, het loon op de zonde. Ik ben het nooit vergeten.
Maar jij H..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .