Herhaaldelijk is gebleken dat Huis Doorn bij de staat niet veilig is
Ykema vindt dat Huis Doorn ‘nationaal en Europees erfgoed’ is, en hij vraagt zich af of ‘dat privébezit is, of eigendom van de Staat’. Ik lees zijn woorden als: het is maar goed dat het eigendom van de Nederlandse staat is gebleven. Met zijn eerste kwalificatie kan ik instemmen, bij (mijn interpretatie van) zijn tweede citaat heb ik mijn twijfels. Herhaaldelijk is gebleken dat Huis Doorn in handen van de Nederlandse staat niet veilig is. Bij dergelijk waardevol erfgoed hoort ook budget om het te onderhouden en toegankelijk te maken. In 2000 wilde de Raad voor Cultuur de financiering stopzetten, onder andere omdat het Huis te weinig deed om allochtonen aan te spreken. In 2012 heeft de minister de financiële bijdrage gehalveerd. Het argument was dat het géén Nederlands, maar Duits erfgoed is. Huis Doorn moest maar in Duitsland voor (aanvullende) financiering aankloppen. Dan vind ik het alleszins begrijpelijk dat mensen in Duitsland, die kennelijk een nauwere band met Huis Doorn hebben dan de Nederlandse staat, precies dat proberen, en als ze de lasten dragen, ook van de lusten willen meegenieten. Overigens zijn ook veel ander historisch erfgoed en andere objecten met maatschappelijke waarde in privébezit, maar toch toegankelijk. Soms helpt de staat met een subsidieregeling een handje: als een landgoed wordt opengesteld, kan de eigenaar subsidie krijgen. Dan is nationalisatie niet eens nodig.
Voor erfgoed dat vooral baat heeft bij continuïteit van beleid en financiering kan het zelfs beter zijn als het in familiebezit blijft of terugkeert (een generatie duurt circa dertig jaar) dan in staatsbezit is (een minister ‘duurt’ circa vier jaar). <