Commentaar: SGP in de gevarenzone met anti-islamcampagne
De honderdjarige SGP smaakt het genoegen dat ze onderwerp van wetenschappelijk onderzoek is. Tal van geleerden bogen zich over de vraag of de staatkundig gereformeerden gebeten zijn door het hondje dat populisme heet. Gemeten langs de meest gangbare definitie voldoen de mannenbroeders, tegenwoordig ook wat zusters, daar niet aan, concludeerde onderzoeker André Krouwel. De partij verzet zich niet tegen de elite, zoals ware populisten dat altijd wel doen. Dat klopt, de SGP heeft een gouvernementele inslag en hoorde tot de gedogers van Rutte I en was daarna een constructieve pijler van het kabinet. Einde discussie over reformatorisch populisme? Toch niet.
Meer dan een ideologie is populisme een stijl, waarbij gevoelens in de samenleving of achterban op ongefilterde wijze worden doorgegeven. Hoe de vork precies in de steel zit, is dan niet belangrijk meer. Het naar voren brengen van het boze of angstige gevoel wordt dan een opdracht voor de vooruitgeschoven post van de partij in de volksvertegenwoordiging.
De SGP legt geen nadruk meer op de Rooms-Katholieke Kerk als de uit te roeien ‘valse kerk’, als uitwerking van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. De SGP heeft de focus verlegd naar een andere godsdienst: de islam. In het partijprogramma, islam-manifest, campagnefilmpjes en, komende week, een stemming over de motie tegen ‘deelneming aan religieuze handelingen in de moskee’, weet de SGP dit speerpunt met verve uit te dragen. De boodschap die wordt uitgedragen, is niet mis te verstaan; de islam is een bedreiging voor Nederland. Natuurlijk mogen christenen de islam als godsdienst bestrijden, maar het komt wel aan op de toon die men aanslaat én het besef dat het onbarmhartig is alle moslims als potentiële geweldenaars weg te zetten.
In haar strijd tegen déze valse godsdienst komt de SGP in het vaarwater van de PVV. Die partij is, politiek gesproken, eigenaar van het anti-islamdenken in Nederland. Wanneer SGP-jongeren zich bedienen van volstrekt seculiere argumenten – zoals het recht van vrouwen een kort rokje te dragen – ondergraaft dat de geloofwaardigheid van de oudste partij van Nederland. De PVV beroept zich in die strijd op de Verlichtingsidealen en noemt het homohuwelijk en het recht op abortus ‘verworvenheden’, iets waar de ‘achterlijke moslims ‘ tegen zijn. Dit voorbeeld geeft aan dat het voor de SGP oppassen is niet in troebel water te gaan vissen. Wanneer de partij dat uit electorale overwegingen toch doet, in de jacht op wat anti-islamzeteltjes, verspeelt ze op jammerlijke wijze het gezag en aanzien als staatsrechtelijk geweten van het parlement.
de mening van het Nederlands Dagblad