Eindelijk de opiniepeiling die telt, de enige volksraadpleging met recht van spreken
Woensdag laat Nederland van zich horen. Ze komen geen dag te vroeg, deze verkiezingen voor Provinciale Staten en de waterschappen. Want de kunstjes, trucjes en oneliners van landelijke politici; het circus waarvoor televisiemakers hen laten opdraven; de leugens van antiparlementaire extremisten die claimen namens ‘het volk’ te scanderen: het is niet langer te verdragen.
Maar woensdag klinkt het democratisch weerwoord uit de breedte van de samenleving, uit de enige opiniepeiling die echt telt, de enige volksraadpleging met recht van spreken. Dat wil niet zeggen dat donderdag de rust terugkeert in het land. Maar voorlopig weten we weer waar we aan toe zijn, en kan er weer redelijk overlegd, onderhandeld en bestuurd worden: in de waterschappen, de provincies, en in Den Haag.
Den Haag: de hofstad die zaterdag het toneel was van twee demonstraties voor ogenschijnlijk tegengestelde belangen. Behoud van de agrarische sector, en een toekomst zonder onze gas- en olieverslaving met haar desastreuze gevolgen voor het klimaat. De meeste boeren echter zullen inmiddels met leedwezen aanzien hoe hun reputatie wordt gesloopt door de harde kern van Farmers Defence Force, die zijn ziel en zendtijd heeft verkocht aan radicaal rechtse en Poetin-gezinde partijen: PVV, BVNL, FVD en Ongehoord Nederland.
Als die alliantie deze week minder dan 21,5 procent scoort (hun optelsom in 2019), boert het extremisme feitelijk achteruit. En hoezeer er ook voor teloorgang gehuiverd wordt bij het CDA: de nervositeit en radeloosheid bij FVD doen daar niet voor onder. Baudet en zijn laatste vazallen raaskallen nu al Trumpiaans over ‘het grote vervalsen’ bij het tellen van de stemmen.
Als het CDA woensdag inderdaad dramatisch verliest, heeft dat primair gevolgen voor de collegevorming in de provinciehuizen. Inhoudelijk ligt daar nú al een groot obstakel voor samenwerking met het Rijk: ook gedeputeerden van CDA, VVD en ChristenUnie staan niet in het gelid om de landelijke stikstof-ambities te realiseren. Dat wordt een nog onmogelijker opgaaf als BBB en JA21 serieus invloed verwerven in de provinciale colleges. Intussen is het veelzeggend dat VVD-leider Rutte voor één ding nog banger is dan voor zoiets als een herverkaveling tussen CDA en BBB: de reële kans dat een gecombineerde GroenLinks/PvdA-fractie in de senaat straks ruimschoots de liberalen overklast. Daar heeft hij zulke dramatische verhalen over verteld, dat hij donderdag niet laconiek kan reageren als het linkse verbond de VVD werkelijk vernedert. Zo heeft Rutte zelf de stabiliteit van zijn kabinet in de waagschaal gelegd.
de mening van het Nederlands Dagblad