De dikke duim van de spreker
De HEER vroeg: ‘Wat heb je daar in je hand?’ ‘Een staf,’ antwoordde Mozes.
Exodus 4 vers 2
Onlangs werd ik uitgenodigd een podcast te beluisteren uit de serie Eerst dit van de EO en de IZB. De medeluisteraars waren bemoedigd door de boodschap. Die kwam erop neer dat wij alles wat ons weghoudt bij God mogen en moeten weggooien, neerwerpen aan de voet van het kruis.
Hoe kwam de spreker bij zijn boodschap? Wel, het is het verhaal van de staf van Mozes, als God hem de opdracht geeft naar Egypte te gaan. U weet wel, die staf die in een slang en weer terug veranderde.
Huh …? Ja, zo klonk het, die staf is enerzijds het symbool van Mozes’ midlifecrisis, zijn mislukking, zijn identiteitscomplex; maar anderzijds is die staf ook zijn houvast, zijn brood, alles wat hij nog heeft. Hij wil daaraan vasthouden en dáárom niet in opdracht van God naar Egypte gaan. Die staf staat voor alles wat tussen hem en God in staat. Die moet hij nu maar eens loslaten en op de grond werpen: gooi je laatste strohalm weg! En wat gebeurt er dan? De staf verandert in een slang … Een slang, het kwaad!! De staf waar Mozes veertig jaar mee heeft rondgelopen blijkt het kwaad dat tussen God en hem in staat te herbergen! Veertig jaar heeft Mozes daaraan vastgehouden, maar nu moet hij er afstand van doen, en zo ook wij.
Hopelijk vraagt u zich af: wat is dit?! Het is nonsens. Er zijn bijbelpassages waarbij na zorgvuldige exegese de verklaringen uiteen kunnen lopen. Terecht wordt dan gezegd dat er ‘vrijheid van exegese’ bestaat. Maar dan is er wel sprake van exegese geweest. Hier niet.
Waarom leg ik hier de vinger bij? Kun je zoiets niet beter doodzwijgen? Ik denk aan wat de vermaarde ds. Buskes ooit moet hebben gezegd over een preek. Het kwam hierop neer: wij hebben vanmorgen een uitleg gehoord, die was zó bijzonder, wij zullen er wel nóóit weer iets van horen … Was hier sprake van dat verschijnsel, ik zou er inderdaad het zwijgen toe hebben gedaan.
Maar, zoals opgemerkt, dit verhaal over Mozes’ staf heeft niets met bijbeluitleg te maken. De bijbeltekst wordt uitgeleverd aan, ondergeschikt gemaakt aan de dikke duim van de spreker. Immers, de tekst van Exodus vertelt klip en klaar waarom Mozes zijn staf op de grond moet gooien. Hij moet met die staf - het op de grond gooien ervan, het slang worden en het weer oppakken(!) ervan - zijn volksgenoten ervan overtuigen dat hun God hem heeft gezonden (Exodus 4 vers 5).
De spreker negeert het eigen verhaal van de tekst volledig en degradeert de passage tot kapstok voor zijn fantasie. Het verontrustende is dat welwillende christenen, omdat er een aansprekende boodschap meeklinkt, blijkbaar zomaar doof zijn voor wat de bijbeltekst wordt aangedaan. Helaas is dit een trend. Als je maar een mooi verhaal hebt, dan doet het er niet toe of je de bijbeltekst mangelt. Als de hoorder maar fijn wordt bediend: het doel heiligt het middel. Arme Bijbel.