De e-bike als milieuvervuiling
Bernhard Reitsma is bijzonder hoogleraar Kerk in de context van de islam aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij schrijft elke tweede maandag van de maand een column.
Het is vakantie. Dus alle tijd om lekker te fietsen. Dat dacht een dame van – naar ik schat – tussen de 75 en 80 jaar ook. Ik wist niet wat ik meemaakte, toen zij mij bergopwaarts bij Apeldoorn in een rap tempo voorbij fietste. Twee volle boodschappentassen aan haar stuur, twee – even volle – zijtassen aan de bagagedrager. Ze kon me zelfs zonder enige ademnood vriendelijk gedag zeggen. Toen ik goed keek, zag ik gelukkig ook de enorme batterij onder haar tassen verstopt. Het lag niet aan mijn gebrekkige conditie. Deze dame had een e-bike …
Ze ging weliswaar niet harder dan 25 km per uur, daarna houdt de elektrische ondersteuning ermee op, maar toch. Het zag er gevaarlijk uit. Toch kon ik wel begrijpen dat deze dame op een e-bike reed. Als zij op haar leeftijd de Apeldoornse berg nog op gaat en langere afstanden blijft fietsen. Zij is echter niet de enige die ik deze zomer op een e-bike ben tegengekomen. Ik heb me verbaasd over de grote aantallen mensen op een elektrische fiets. En wat me nog meer verbaasd heeft, is hun leeftijd. Ik schat dat 80 tot 90 procent van de e-bikers nog heel goed zelf zou kunnen fietsen. Sterker nog, gezien het overgewicht van diverse mensen, zou dat zelfs veel beter zijn.
het is wel goed voor je
Zeker, we hebben regelmatig tegenwind. En er zijn voldoende heuveltjes om te beklimmen. Dat kan pittig zijn. Het vraagt conditie. Het vraagt regelmatig de fiets pakken, ook buiten de vakanties. Het vraagt training en inspanning. Dat doet soms pijn. Maar het is wel goed voor je en het is ook goed voor het milieu.
Want dat begrijp ik nu niet van onze inzet voor duurzaamheid. Het is allemaal zo tweeslachtig. We moeten ervoor zorgen dat de aarde niet meer dan 1,5 tot 2 graden opwarmt, anders zijn de gevolgen niet meer terug te draaien. Daarom moeten alle huizen van het gas af en moeten we allemaal elektrische auto’s gaan rijden. Want onze CO2-uitstoot moet naar beneden. Prima streven! Maar ondertussen lijkt het geen enkel probleem dat we daarvoor in grote hoeveelheden batterijen produceren. Alsof batterijen niet ongelofelijk vervuilend zijn voor het milieu, ook zonder CO2-uitstoot. Ze mogen niet eens in de grijze container.
Ons milieubeleid is tweeslachtig. We bouwen windmolens die na korte tijd alweer gedumpt worden in Afrika, omdat er betere op de markt komen. We stimuleren de aankoop van elektrische auto’s, terwijl het maken van batterijen enorm milieubelastend is. We willen af van de plastic soep in de oceaan, maar ik kan nog geen appeltje of kropje sla kopen zonder plastic verpakking.
Daar moet ik aan denken als ik gezonde jonge mensen (alles onder de 75) op een e-bike zie fietsen. Na drie tot vijf jaar zijn die batterijen alweer aan vervanging toe. Weer een berg afval. Terwijl 90 procent van onze bevolking helemaal geen e-bike nodig heeft. Gemak, comfort, je lekker voelen. Dat is de norm. Dat is ook meteen het probleem.
levensstijl veranderen
Duurzaamheid betekent dat we met z’n allen onze levensstijl moeten veranderen. De Bijbel noemt dat: bekering. Jezus heeft het ook wel over het snoeien van takken die wel mooi groen lijken, maar geen vrucht dragen. Afstappen van dingen die wel leuk kunnen zijn, maar niet nodig en soms ook schadelijk voor het milieu. Het is vooral afscheid nemen van het idee dat het leven leuk en gemakkelijk moet zijn. Comfortabel. Zo is het niet. Het leven is net als fietsen zonder batterij: het is mooi, maar het kost wel inspanning en moeite, het doet soms pijn en het vraagt offers. Bij fietsen zonder batterij levert dat een betere conditie op. Het veranderen van je levensstijl levert een beter karakter op. Jezelf iets ontzeggen voor een ander, nu of later, maakt je een beter mens. Want let wel, een groot deel van de wereld kan zich niet eens een fiets zonder batterij veroorloven.