‘Uw oordopjes zijn elektrisch!’, zegt de gestreste beveiliger op het vliegveld
Weinig situaties kunnen me zo naar de rand van razernij drijven als de controles op een vliegveld. Ja, ze zijn voor je veiligheid. Maar toch. Na vier jaar onthouding en vliegvasten vloog ik naar Ierland voor een interview. Alles verliep voorspoedig. Maar voor je aan boord bent, stá je daar weer, tussen wildvreemden; op je sokken, op de vieze vloer, zonder riem in je broek. Op Schiphol krijg je het commando stil te staan met je handen boven je hoofd. Een biometrisch apparaat staat als een glazen koker om je heen. Daarna volgt het fouilleren, van top tot teen. Afschuwelijk is het, die opgedrongen nabijheid, die onwaardige, opgejakkerde sfeer.
vernederend
Mensen laten zich vernederen en hun privacy laten ze aanranden door techniek, om maar zo snel mogelijk te kunnen reizen. In mijn borstkas woelt een groot verlangen de nachttrein. En ik denk met enig mededogen aan Winfried, een makker uit de kerk. Hij moet, in mijn beleving, vrijwel dagelijks vliegen voor zijn werk in het bedrijfsleven. Zo vaak met je handen omhoog moeten staan! Op je sokken! Dat overleef je toch alleen vanuit een soort innerlijk stiltecentrum, een bezonken, meditatieve houding? Of zou hij een speciaal pasje hebben? Een onderhuidse chip?
Voor het eerst sinds jaren weer eens met het vliegtuig: deels een zenuwslopende ervaring. - beeld nd