‘Willen jullie voor mijn vader bidden?’, vroeg de vrouw in Egypte. We weten haar naam niet eens
Ik ben in Egypte. Ik luister naar de 35-jarige vrouw tegenover me. Ze was achttien toen haar moeder kanker kreeg. Haar vader zei toen tegen zijn vrouw: ‘Ik breng je alleen naar het ziekenhuis als je belijdt dat er geen God is dan Allah en Mohammed zijn profeet.’
Zij weigerde. Hij sloeg haar, dag in, dag uit. Uiteindelijk overleed ze.
Zij kon niet naar de begrafenis van haar moeder, omdat ze net was bevallen. Een week later ging ze naar het graf, met haar pasgeboren baby. ‘Ik moest en ik zou weten of mijn moeder stierf aan de gevolgen van kanker of dat mijn vader haar had vermoord. Of misschien wel levend had begraven.’ Ze eiste dat het graf zou worden opengemaakt. Dat gebeurde. ‘Daar lag ze. Dood. Gelukkig zonder aanwijzingen voor doodslag. Ik zei: ‘Kijk, mam, dit is je kleindochter Hava, Eva. De naam die jij had bedacht’.’