Hoe het inparkeren van de auto een levensles werd. En een taartje dat weer verknoeide
Op de Beestenmarkt stond een Volkswagen Golf met de wielen over de streep van het laatste vrije parkeervak. De eigenaar was natuurlijk geen velden of wegen te bekennen. Zoiets kan ik persoonlijk opvatten. Alsof de bestuurder van dat voertuig mij te slim af is geweest. Door hier eerder te zijn dan ik, door niet aan mij te denken, dat voertuig breeduit op het pleintje te draperen en ongestoord verder te gaan met zijn dag terwijl ik rondjes moet rijden door de stad.
Rivaliteit voelde ik. Ik moest en zou mijn auto tóch in dat vak proppen. Na een aantal pogingen - mijn spiegels waren ingeklapt, de parkeersensoren schor geloeid - lukte het. Alleen de deur kon niet meer open. Ik probeerde het links, ik probeerde het rechts, het enige dat door de kier paste was het bovenste gedeelte van mijn hand; tot daar waar de vingers overgaan in de handrug.
Ik voelde me goed - het lukte toch maar mooi - maar ook een beetje gek. Want ik zat nu opgesloten in mijn eigen Toyota Verso. Tot ik in de ogen van mijn dochter (3) keek. Zij sloeg mij met grote interesse gade zonder enige twijfel aan de noodzaak van mijn handelen. Dat is zo mooi aan kinderen: Al zou ik mijn auto op zijn kop in de gracht zetten, zo lang ik doe of ..