Het is half 2 ‘s nachts en ik lig wakker in een vreemd huis. Ik pas op de kinderen van mijn broer. Over een uur zal de jongste om een fles roepen. En ik heb nog geen oog dicht gedaan.
Ik ruik een brandlucht, stap uit bed, speur uit het raam naar iets dat gloeit. Niets te zien. Raam dicht. Terug in bed.
Ik dommel in. In de keuken valt iets om. Mijn hart naar mijn keel. Oh ja, er is hier ook nog een hond. Terug op mijn kussen.
Wat is het warm. Wat lig ik onhandig. Wat doe ik hier.
Suist mijn bloed altijd al zo hard?
Pas las ik dat 3 uur ‘s nachts het meest eenzame tijdstip is. Omdat je dan dichter bij de ochtend bent dan bij de avond. Je slapeloosheid, die eerst nog op opblijven leek, is dan ineens onomkeerbaar. Genadeloos. Het herinnerde..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .