Israël kan niet los gedacht worden van Jezus, de Koning der Joden
Elke Jood heeft een band met Jezus. Aan het kruis brengt de Koning der Joden de identiteit van Israël aan het licht. Theoloog Michael Mulder vraagt: biedt dit perspectief ruimte voor joods-christelijke dialoog?
Aan het begin en aan het eind van het evangelie wordt Jezus de ‘Koning der Joden’ genoemd. Is Hij dat nog steeds, nu Hij is opgestaan en aan de rechterhand van zijn Vader zit? Of is Hij als Koning van zijn kerk niet meer specifiek de Koning van de Joden?
Vorige maand verscheen een publicatie van een aantal Rooms-Katholieke en een Messiaans-Joodse theoloog met een helder antwoord op deze vraag. Jezus is nog steeds de Koning van het Joodse volk en dat zal Hij blijven, ook als Hij terugkomt. Hij is immers dezelfde, gisteren, heden en in de toekomst. Als de kerk Jezus losmaakt van het Joodse volk, ontstaat zo maar een heidens Jezusbeeld, een ideaal dat zich laat denken zonder de concrete verbinding waarin Hij zichzelf heeft geopenbaard, verbonden met dat ene Joodse volk.
koning als knecht
De Messiaans-Joodse theoloog die meewerkte aan de bundel is Mark Kinzer. Hij wijst er op dat de uitdrukking ‘Koning der Joden’ aan het begin van het evangelie gebruikt wordt door de Wijzen uit het Oosten, heidenen die de Koning van de Joden zoeken in het land Israël. En aan het eind van het evangelie is het weer een heiden, Pontius Pilatus, die laat opschrijven wie Jezus is: ‘Jezus van Nazareth, Koning der Joden’.
Hiermee wil deze Romein het Joodse volk natuurlijk bespottelijk maken: zo Koning, zo volk. Wat stelt een volk voor, dat zó’n Koning heeft? Toch onderstreept het evangelie dat juist daarin de kern te vinden is: juist als lijdende Knecht is Jezus inderdaad de Koning der Joden. Niet op een aardse wijze vestigt Hij zijn koninkrijk, met macht en geweld, maar door zijn lijden en sterven. Zo heeft Hij het zelf aangekondigd: Hij is gekomen om te dienen.
Dat opschrift van Pilatus geeft dus het juiste zicht op Jezus: Hij is als lijdende Knecht niet los te denken van het Joodse volk en de hele geschiedenis van God met zijn volk. Maar volgens Kinzer geeft het opschrift tegelijk ook het juiste zicht op Israël. Israël kan niet los gedacht worden van deze Koning, die ermee verbonden is en blijft. Wie met Jezus als Koning der Joden verbonden is, is dus direct ook verbonden met Israël. En elke Jood, of hij dat gelooft of niet, heeft een verbinding met deze Koning.
Kinzer werkt dit verder uit. Aan het kruis brengt Jezus als Koning der Joden de echte identiteit van dit volk aan het licht. Niet door te heersen, maar in het dienen zal het Joodse volk laten zien dat het met God als zijn Koning verbonden is. Daarmee sluit Kinzer overigens aan bij discussies in de Joodse traditie over de vraag hoe Israël zijn taak in de wereld kan volbrengen. Zo geeft Kinzer een christelijke bijdrage aan deze binnen-Joodse discussie.
spannende discussie
Dat is mooi, maar ook spannend. Vaak is het juist op dit punt misgegaan, doordat niet-Joodse christenen een eigen theologische invulling gaven aan het begrip Israël. Terecht zijn veel Joden er beducht voor dat als christenen met hen in gesprek gaan, zij eerst aan een bepaald christelijk beeld zouden moeten voldoen. Terecht vragen zij zich dan af of de kerk hen serieus neemt in de manier waarop zij hun eigen identiteit zien, op basis van hun eigen verstaan van de Schriften.
Maar Kinzer brengt dit perspectief in als Jood. Hij volgt Jezus, en houdt tegelijk zijn Joodse identiteit nadrukkelijk vast door zich aan de geboden te houden die voor Joden gelden, zoals het onderhouden van de sabbat en de besnijdenis. Zal er voor zijn visie op Israël vanuit zijn ‘Jezus-als-Koning-der-Joden-christologie’ wel ruimte zijn in de Joods-christelijke dialoog?
Over die vragen gaat het op de conferentie waar deze publicatie een voorstudie voor is. De conferentie is uniek vanwege de brede vertegenwoordiging van Rooms-Katholieke, Oosters-Orthodoxe en protestantse theologen die in gesprek zullen gaan met Messiaans-Joodse leiders. Dat is spannend, want deze Messiasbelijdende Joden stellen niet alleen de vraag aan Israël of zij ruimte krijgen om met hen te spreken over Jezus als hun Koning. Zij stellen ook een vraag aan de kerk. Krijgen zij daarin ruimte om met Jezus als Koning van de Joden te leven? Mogen zij zich, omdat ze bij deze Koning willen horen, als Joden blijven gedragen binnen het lichaam van Christus? Het antwoord op die vraag laat volgens hen zien of de kerk begrepen heeft dat Jezus nog steeds de Koning van de Joden is.
Voor meer informatie over de conferentie: www.hetcis.nl.
Michael Mulder is universitair docent Nieuwe Testament en Judaica aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.