Laat de Kamer doen waar zij voor gekozen is. Ons vertegenwoordigen!
Dinsdag werd ik het meest getroffen door de uitspraak van een vooraanstaand politicus. Er moest snel weer eens gepraat worden. Hij had het over de partijen die de huidige regering vormen. Of beter: niet vormen. Toen de verslaggever hem vroeg hoe snel dat moest, antwoordde de beste man: ‘Nou, ik vind dat ze volgende week toch wel bij elkaar aan tafel moeten zitten.’ Laat ik nu denken dat ze in Den Haag altijd praten, dat met elkaar praten de hoeksteen van onze democratie is. Maar blijkbaar is dat niet zo. Blijkbaar kloppen de beelden die ik zie als ik een keer per ongeluk een debat voorbij zie komen.
Ik dacht dat het altijd voor de bühne was. Dat met de rug naar een spreker toe gaan zitten. Of druk op je mobieltje zitten te appen terwijl iemand een toespraak houdt. Ergens vond ik het altijd een beetje zielig voor de ambtenaar die desbetreffende stukken had voorbereid en eventueel zelfs de speech had geschreven. Om dan achter zijn bureau eigen woorden terug te horen in het belangrijkste kamertje van het land. Een Kamer waar de meeste mensen die we betalen om er te zitten, gewoon wegblijven. Een Kamer waar het volk niet meer vertegenwoordigd wordt, maar ieder zijn eigen haan koning wil laten kraaien. Waar mensen elkaar onbeschoft in de rede vallen, niet eens naar elkaar luisteren en heel duidelijk op de man in plaats van op de bal spel..