Wat nu weer? Geen vlees meer in de Bijbel?
Een deel van het vlees verdwijnt uit de herziene Nieuwe Bijbelvertaling (ND 19 mei). ‘Vlees’ staat in de Bijbel nogal eens voor het lichamelijke en wordt dan geplaatst tegenover ‘het geestelijke’. Volgens de vertalers kan dat de indruk wekken dat de Bijbel iets tegen het lichaam heeft. Dat misverstand wordt dus uit de weg geruimd met het woord ‘aards’. Of we de werken van het vlees dan voor altijd achter ons laten, moet blijken. Je moet geen poging onbenut laten om misverstanden te voorkomen en het verhaal begrijpelijker te maken. Al zal het een wonderlijk en af en toe onnavolgbaar boek blijven; hoeveel vleesvervangers je ook inzet.
Inderdaad, ik ontkom bij zo’n nieuwsbericht niet aan de associatie met alle pogingen om ons minder vlees te laten eten.
Vlees staat nu nog 155 keer in de Nieuwe Bijbelvertaling. In de zeventiende eeuwse Statenvertaling was het nog 347 keer. Dus ik dacht, het vleesgebruik is in de loop van de tijd vanzelf afgenomen. Maar opvallend genoeg staat het 409 keer in de Herziene Statenvertaling (2010). Of dat letterlijk is - vlees om op te eten of vlees als zondige neiging - laat ik even buiten beschouwing.
Oftewel, het vlees is na honderden jaren over de datum. Dat kun je erg vinden, maar je kunt ook blij zijn met de lange houdbaarheid. Tel je zegeningen.